INSTELLING menu
Onderdeel
Beschrijving
Door op de ► knop te drukken wordt het dialoogvenster
weergegeven voor veranderen van de INSTALLATIE instelling.
INSTALLATIE
Gebruik ▲/▼ om de gewenste instelling te selecteren in het
INSTALLATIE dialoogvenster.
Als TRANSITIE DETECTOR is AAN en de INSTALLATIE status
veranderd is, zal het TRANSITIE DETECTOR SCHAKEL IN alarm (77)
worden weergegeven als de projector opnieuw wordt opgestart.
Met de ▲/▼ knoppen kan de uit (standby) toestand heen en weer
worden geschakeld tussen NORMAAL en SPAARSTAND.
NORMAAL SPAARSTAND
Wanneer SPAARSTAND is geselecteerd, wordt het stroomverbruik
wanneer het toestel uit (standby) staat verlaagd, maar gelden er
wel bepaalde functionele restricties:
• Wanneer SPAARSTAND is geselecteerd, wordt de bediening via
de RS-232C aansluiting uitgeschakeld behalve om de projector aan
te zetten en kan de netwerkfunctie niet worden gebruikt wanneer de
projector uit (standby) staat. Als het COMMUNICATIETYPE in het
COMMUNICATIE menu is ingesteld op NETWERKBRUG, zijn alle
RS-232C instructies uitgeschakeld (68).
• Wanneer SPAARSTAND is geselecteerd, is de STANDBY
instelling voor AUDIOBRON (52) ongeldig, er zal geen signaal
UIT(STANDBY)
worden geproduceerd via de AUDIO OUT-aansluiting en geen
geluid via de ingebouwde luidspreker.
• Wanneer SPAARSTAND is geselecteerd, is de STANDBY
instelling voor MONITOR UITGANG ongeldig en zal er geen signaal
worden geproduceerd via de MONITOR OUT-aansluiting wanneer
het toestel uit (standby) staat.
• De USB-verbinding wordt uitgeschakeld wanneer de projector uit
(standby) staat als UIT(STANDBY) in het menu INSTELLING van
de projector is ingesteld op SPAARSTAND.
• Wanneer SPAARSTAND is geselecteerd, is de KLONEN-
laadfunctie ongeldig gedurende UIT(STANDBY).
• Deze functie is niet beschikbaar wanneer NETWERKBRUG
is geselecteerd bij COMMUNICATIETYPE. (menu OPTIE >
SERVICE > COMMUNICATIE)
(vervolgd op volgende pagina)
51