Fenomenen die gemakkelijk voor machinedefecten aangezien kunnen worden (vervolg)
Fenomeen
Er komt geen
geluid uit.
Er worden
geen beelden
weergegeven.
(vervolgd op volgende pagina)
Gevallen die geen machinedefecten betreffen
De signaalkabels zijn niet op de juiste wijze aangesloten.
Sluit de audiokabels op de juiste wijze aan.
De MUTE-functie werkt.
Herstel het geluid door op de MUTE- of de
VOLUME+/- -knop op de afstandsbediening te drukken.
Het volume is ingesteld op een uiterst laag niveau.
Stel het volume in op een hoger niveau met behulp van de
menufunctie of de afstandsbediening.
De AUDIOBRON/LUIDSPREKER-instelling is niet juist.
Stel de AUDIOBRON/LUIDSPREKER-instelling juist in in
het menu AUDIO.
De knop Sound (♪) of het selectievakje is niet beschikbaar.
Als u USB TYPE A hebt geselecteerd, schakel dan het
geluid in via het menu Miniatuur.
Als u USB TYPE B heeft geselecteerd, moet u het
Sound (Geluid) vakje in het venster Options (Opties) van
"LiveViewer Lite for USB" aanvinken.
Als u LAN heeft geselecteerd, moet u het Sound (Geluid)
vakje in het venster Options (Opties) van "LiveViewer"
aanvinken.
De lensdop is bevestigd.
Verwijder de lensdop.
De signaalkabels zijn niet op de juiste wijze aangesloten.
Sluit de verbindingskabels op de correcte wijze aan.
De helderheid is ingesteld op een uiterst laag niveau.
Stel HELDER in op een hoger niveau met de menu-functie.
De computer kan de de projector niet detecteren als
een Plug-en-Play-monitor.
Controleer of de computer een Plug-en-Play-monitor kan
detecteren door met een andere Plug-en-Play-monitor te testen.
Het BLANK scherm wordt weergegeven.
Druk op de BLANK-knop op de afstandsbediening.
COMPUTER IN2 is ingesteld op MONITOR UITGANG.
Stel COMPUTER IN2 in op AUTO of op SYNC OP G UIT.
Oplossingen vinden
Referentiebladzijde
12 ~ 15
23
23, 52
52
83, 93,
97
4
12 ~ 15
36
11
31
45
109