11.1 Opmerkingen over schoonmaken
Maak de voorkant van de oven schoon met een zachte doek, warm water
en een mild reinigingsmiddel.
Gebruik voor metalen oppervlakken een specifiek reinigingsmiddel.
Verwijder hardnekkige vlekken met een speciale ovenreiniger.
Reinigings-
middelen
Reinig de uitsparing in de oven na elk gebruik. Vetophoping of andere
voedingsresten kunnen brand veroorzaken.
Droog de uitsparing na elk gebruik met een zachte doek.
Verwijder voedselresten en vetten voorzichtig van de bovenkant van de
Dagelijks ge-
ovenruimte.
bruik
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik een
zachte doek met een warm sopje en een reinigingsmiddel. De accessoi-
res niet in de afwasmachine reinigen.
Reinig de antiaanbakaccessoires niet met agressieve middelen, scherpe
Accessoires
voorwerpen of in een vaatwasser
11.2 Verwijderen van de
geleiders
Zorg ervoor dat de oven is afgekoeld
voordat u onderhoud verricht. Er bestaat
verbrandingsgevaar.
Om het apparaat te reinigen, verwijder
de inschuifrails.
1. Inschuifrails voorzichtig naar boven
toe uit de voorste ophanging
trekken.
3
2. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit
de zijwand.
3. Geleiders uit de achterste ophanging
trekken.
Installeer de inschuifrails in de
omgekeerde volgorde.
11.3 Het lampje vervangen
1. Oven uitschakelen.
Wacht totdat de oven afgekoeld is.
2. Trek de oven uit het stopcontact.
3. Leg een doek op de bodem van de
1
2
Het bovenste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp en
2. Reinig de glasafdekking.
3. Vervang de lamp door een geschikte
4. Plaats het afdekglas terug.
NEDERLANDS
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken.
Het lampje kan heet zijn.
ovenruimte.
LET OP!
Houd de halogeenlamp
altijd met een doek vast om
te voorkomen dat er
vetrestjes op de ovenlamp
verbranden.
verwijder het.
300°C hittebestendige lamp.
23