Download Print deze pagina

Medisana BU 510 Gebruiksaanwijzing pagina 2

Advertenties

Hoe werkt de meting?
De MEDISANA BU 510 is een bloeddrukmeter, die de bloeddruk van de boven-
arm meet. De meting wordt door een microprocessor bestuurt die met behulp
van een druk-sensor de schommelingen analyseert die via de arterie ontstaan
door het opblazen en aflaten van de bloeddrukmanchet.
Classificatie volgens de WHO
Deze cijfers zijn vastgelegd door de wereldgezondheidsorganisatie (WHO) los
van de leeftijd.
systolisch <100
Lage bloeddruk
(groene gebied van het display
Normale bloeddruk
systolisch 100 - 139
Vormen van hoge bloeddruk
(gele gebied van het display
Licht verhoogde bloeddruk
systolisch 140 – 159
(oranje gebied van het display
Middelmatig verhoogde
systolisch 160 – 179
bloeddruk
(rode gebied van het display
Sterk verhoogde
systolisch > _ 180
bloeddruk
WAARSCHUWING
Te lage bloeddruk betekent net zo'n gezondheidsrisico als hoge
bloeddruk! Aanvallen van duizeligheid kunnen leiden tot gevaarlijke
situaties (b.v. op trappen of in het verkeer)!
Beïnvloeding en analyse van de metingen
• Meet meermalen uw bloeddruk, sla de resultaten op en vergelijk de deze ver-
volgens onder elkaar. Trek geen conclusie opgrond van een enkel resultaat.
• Uw bloeddrukwaarden dienen altijd door een arts te worden beoordeeld die
vertrouwd is met uw medische voorgeschiedenis. Als u het instrument regel-
matig gebruikt en de waarden registreert voor uw arts, informeer dan uw arts
regelmatig over het verloop.
• Houd tijdens bloeddrukmetingen rekening ermee dat de dagelijkse waarden
van vele factoren afhankelijk zijn. Factoren zoals roken, alcohol, medicijnen en
lichamelijk werk beïnvloeden de meetwaarden op verschillende manier.
• Meet uw bloeddruk voor de maaltijden.
• Rust minstens 5-10 minuten voordat u uw bloeddruk meet.
• Neem, als u een buitengewone (te hoge of te lage) systolische of diastolische
waarde van de meting constateert, hoewel het instrument op de juiste manier
is gebruikt, contact op met uw arts, indien deze waarde ook na een aantal
metingen blijft verschijnen. Dit geldt ook voor de zeldzame gevallen dat door
een onregelmatige of zeer zwakke pols de meting wordt verhinderd.
Voor het Gebruik
Het plaatsen/vervangen van de batterijen
Voordat u het instrument kunt gebruiken dient u de bijgaande batterijen in te
zetten. Aan de onderkant van het instrument bevindt zich het deksel van het
batterijvak
. Maak het deksel open, verwijder het en leg er de 4 bijgeleverde
1,5 V batterijen type AA LR6 in. Neem daarbij de polariteit in acht (zoals in het
batterijvak gemerkt). Sluit het batterijvak opnieuw. Verwissel van batterijen als het
gelijknamige symbool
op het display
verschijnt of als het display na het in-
schakelen van het instrument niets aangeeft.
Gebruik van een adapter
Alternatief kunt u het instrument ook met een speciaal voedingsapparaat ge-
bruiken (MEDISANA art.–nr. 51125) dat aan de hiervoor bestemde aansluiting
aan de achterzijde van het instrument wordt aangesloten. Daarbij blijven de
batterijen in het apparaat. Door het insteken van de stekker aan de achterzijde
van de bloeddrukmeter worden de batterijen mechanisch uitgeschakeld. Het is
dus nodig, eerst de adapter in de contactdoos te steken en dan met de bloed-
drukmeter te verbinden. Als de bloeddrukmeter niet meer wordt gebruikt, moet
eerst de stekker uit de bloeddrukmeter en dan de adapter uit de contactdoos
worden getrokken. Daardoor voorkomt u dat u datum en tijd iedere keer op-
nieuw moet invoeren.
Instelling
1. Instelling starten:
Druk bij een uitgeschakeld apparaat de SET-toets
kunt u met de instelling beginnen.
2. Instelling van de meeteenheid:
Door de MEM-toets
in te drukken, kan de meeteenheid (mmHg/kPa) worden
gewijzigd. Druk de SET-toets
in om de meeteenheid te bevestigen. Daarna
gaat u naar de instelling van de gebruiker.
3. Instelling van de gebruiker:
Op het display verschijnt
of
. Door de MEM-toets
gebruiker
of gebruiker
worden gekozen. Druk de SET-toets
gebruiker te bevestigen. Daarna gaat u naar de instelling van het jaartal.
4. Instelling van het jaartal:
De invoer voor het jaartal knippert. Druk de MEM-toets
gewenste jaartal verschijnt. Druk de SET-toets
Daarna gaat u naar de instelling van maand en dag.
5. Instelling van maand en dag:
De invoer voor de maand knippert. Druk de MEM-toets
gewenste maand verschijnt. Druk de SET-toets
Ga verder met de instelling van de dag. De dag wordt op dezelfde manier in-
gesteld als de maand. Druk de MEM-toets
verschijnt. Druk de SET-toets
in om de dag te bevestigen.
Daarna gaat u naar de instelling van het tijdstip.
6. Instelling van het tijdstip:
De invoer voor het uur knippert. Druk de MEM-toets
gewenste uur verschijnt. Druk de SET-toets
De invoer voor de minuten knippert. De minuten wordt op dezelfde manier in-
gesteld als het uur. Druk de MEM-toets
zo vaak in tot de gewenste minuten
verschijnen. Druk de SET-toets
in om de minuten te bevestigen. Het instellen
is nu voltooid. In het display verschijnt CL. Verlaat de instelmodus door de
SET-toets
in te drukken.
Bij het vervangen van batterijen gaan de ingevoerde gegevens verloren en
moeten zij opnieuw worden ingevoerd.
Aanleggen van de manchet
Steek voor gebruik het uiteinde van de luchtslang in de opening aan de lin-
1.
kerkant van het apparaat
.
Schuif de open kant van de manchet zo door de metalen beugel, dat de
2.
klittenbandsluiting zich aan de buitenkant bevindt en er een cilindrische vorm
(afb.1) ontstaat. Schuif de manchet over uw linker bovenarm.
Plaatst u de luchtslang op het midden van uw arm in het verlengde van de
3.
middelvinger (afb.2) (a). De onderkant van de manchet moet daarbij 2 à 3 cm
boven de binnenkant van de elleboog liggen (b). Trekt u de manchet strak en
sluit u de klittenbandsluiting (c).
Meet op de naakte bovenarm.
4.
5.
Alleen als de manchet niet rond de linker arm kan worden geplaatst legt
u hem aan de rechter arm aan. Metingen dienen steeds op dezelfde arm te
worden uitgevoerd.
Juiste meetpositie bij het zitten (afb. 3).
6.
De bloeddruk meten
Nadat u de manchet correct heeft omgedaan, kunt u met de meting beginnen.
1. Schakel het instrument in door op de START/STOP-toets
2. Als de START/STOP-toets
verschijnen alle tekens in het display. Door deze test kan de volledigheid van
de indicatie worden gecontroleerd.
3. Het apparaat is klaar voor de meting en het cijfer 0 knippert voor ca. 2 secon-
den. De manchet wordt traag opgepompt om uw bloeddruk te meten. De
toenemende druk wordt in het display weergegeven.
4. Het instrument blijft de manchet oppompen tot een voor de meting
diastolisch <60
voldoende druk is bereikt. Vervolgens laat het instrument de lucht langzaam
)
af uit de manchet en voert het de meting uit. Zodra het apparaat een signaal
diastolisch 60 - 89
registreert, begint het polssymbool
iedere harttoon die het apparaat ontvangt, weerklinkt er een pieptoon.
)
5. Als de meting is voltooid, weerklinkt er een lange pieptoon en wordt de
diastolisch 90 – 99
manchet ontlucht. De systolische en diastolische bloeddruk alsmede de pols-
)
waarde met het polssymbool
diastolisch 100 – 109
eenheid kPa heeft gekozen, worden de waarden in kPa weergegeven.
)
Overeenkomstig de bloeddrukclassificatie volgens de WHO knippert de bloed-
diastolisch > _ 110
drukindicator
onregelmatige pols vaststelt, knippert bovendien het Aritmie-display
6. De gemeten waarden worden automatisch opgeslagen in het gekozen geheu-
gen (
datum en tijd worden opgeslagen.
7. De meetresultaten blijven op het beeldscherm staan. Als er geen toets meer
wordt ingedrukt, schakelt het apparaat na ca. 3 minuten automatisch uit. Het
apparaat kan ook met de START/STOP-toets
De meting afbreken
Als het nodig is, om wat voor reden dan ook, de bloeddrukmeting af te breken
(bijv. onpasselijkheid van de patiënt), kan te allen tijde de START/STOP-toets
worden ingedrukt. Het apparaat ontlucht de machet onmiddellijk automatisch.
Het weergeven van de opgeslagen waarden
Dit instrument beschikt over 2 aparte geheugens met een capaciteit van 90
geheugenplaatsen per geheugen. De resultaten worden automatisch in het
geselecteerde geheugen opgeslagen. Om opgeslagen meetwaarden op te
roepen, drukt u bij uitgeschakeld apparaat op de MEM-toets
delde waarden verschijnen in het display. Als u de MEM-toets
indrukt, verschijnt de laatst uitgevoerde meting. Als u verder op de MEM-toets
drukt worden telkens de vorige meetwaarden aangegeven. Als u bij de
laatste invoer gekomen bent en u niet op een toets drukt, schakelt het apparaat
in de geheugenafroep-modus na ca. 120 seconden automatisch uit. Door te
drukken op de START/STOP-toets
verlaten en het apparaat tegelijk uitschakelen. Als in het geheugen 90 meet-
waarden zijn opgeslagen en wordt een nieuwe waarde opgeslagen, wordt de
oudste waarde gewist.
Wissen van het geheugen
Als u zeker weet dat alle opgeslagen waarden permanent kunnen worden
verwijderd, drukt u bij uitgeschakeld apparaat de SET-toets
CL verschijnt. Als u de START/STOP-toets
terwijl het geheugen wordt geleegd. Als u vervolgens de MEM-toets
verschijnen in het display M en „no", wat betekent dat het geheugen geen
gegevens bevat.
Fouten en oplossingen
Foutmeldingen
Bij ongebruikelijke metingen verschijnen de volgende symbolen in het display:
Symbool Oorzaak
. Zodra 0 of 0.0 verschijnt,
E-1
E-2
in te drukken, kan
in om de
E-3
zo vaak in tot het
in om het jaartal te bevestigen.
E-5
zo vaak in tot de
in om de maand te bevestigen.
zo vaak in tot de gewenste dag
Storingen verhelpen
zo vaak in tot het
in om het uur te bevestigen.
Probleem
Geen vermogen
Pompt niet op
Err verschijnt en
de meting wordt
afgebroken
Ondichte
manchet
Wanneer u een probleem niet op kunt lossen, dient u contact op te nemen met
de fabrikant. Neem het apparaat niet zelf uit elkaar.
wordt ingedrukt, klinken er twee pieptonen en
in het display te knipperen. Voor
verschijnen op het display
naast de bijbehorende gekleurde balk. Als het apparaat een
WAARSCHUWING
Neem op grond van een zelfmeting geen therapeutische
maatregelen. Verander nooit de dosering van een door de
dokter voorgeschreven geneesmiddel.
of
). In ieder geheugen kunnen maximaal 90 meetwaarden met
worden uitgeschakeld.
kunt u de geheugenafroep- modus altijd
indrukt, knippert CL drie keer,
Oplossing
Zwak signaal of
Doe de manchet correct om.
druk verandert
Herhaal de meting op de juiste wijze.
plotseling
Sterke externe
In de buurt van een mobiele telefoon of een
storing
ander apparaat met hoge frequentie kan de
meting onjuist zijn.
Beweeg u niet en praat tijdens een meting niet.
Fout bij het
Doe de manchet correct om.
oppompen
Controleer of de aansluiting correct in het
apparaat zit.
Meet opnieuw.
Buitengewone
Herhaal de meting na een rustperiode van
bloeddruk
30 minuten. Wanneer u drie keer achter elkaar
een buitengewoon resultaat heeft, dient u
contact op te nemen met uw arts.
Zwakke batterij
De batterijen zijn te zwak of leeg.
Vervang alle vier de batterijen door nieuwe
1,5V-batterijen LR6 van het type AA.
Controleren
Oorzaak en oplossingen
Controleer de batterijsterkte.
Plaats nieuwe batterijen.
Controleer de positie van de
Plaats de batterijen op de juiste
batterijen.
wijze.
Controleer of de aansluiting
Steek de aansluiting goed in.
goed zit.
Controleer of de aansluiting
Gebruik een nieuwe manchet.
gebroken of ondicht is.
Controleer of u tijdens het
Blijf rustig.
oppompen de arm heeft
bewogen.
Controleer of u tijdens de
Praat tijdens de meting niet.
meting heeft gesproken.
Controleer of de manchet te
Doe de manchet correct om.
los is omgedaan.
Controleer of de manchet is
Gebruik een nieuwe manchet.
beschadigd.
te drukken.
. Als u de meet-
.
. Alle gemid-
opnieuw
zeven keer in, tot
indrukt,

Advertenties

loading