Afbeelding 10
1. Meetlat
Elke messenkooi moet consistent
BELANGRIJK:
worden afgesteld. Kleine verschillen in de
maaihoogte of de hoek tussen de maai-eenheden
kunnen leiden tot een inconsistente maaikwaliteit.
HET AFSTELLEN VAN
GRASSCHERM EN VINNEN
Stel grasscherm en/of de vinnen af in de gewenste hoek
met het oog op het uitwerpen van het gras. Voor de
beste verdeling voor de meeste condities:
Plaats de maai-eenheid op een vlak horizontaal
1.
oppervlak.
2.
Om de vinnen te verstellen, haakt u de voorste
bevestigingslip los en plaatst u deze in de
positiegaten voor recht vooruit of onder een hoek.
Om de hoek van het grasscherm te verstellen,
3.
draait u de tapbout los (Afb. 11) waarmee het
scherm links aan de zijplaat wordt bevestigd, zet
het scherm in de gewenste hoek en draai de schroef
vast.
Afbeelding 11
1. Schermvin
2. Grasscherm
3. Tapbout
HET AFSTELLEN VAN HET
ACHTERSCHERM
Onder de meeste condities wordt de beste verspreiding
bereikt wanneer het achterscherm gesloten is (uitstoot
naar voren).
Onder zware omstandigheden of in natte situaties, kan
het achterscherm worden geopend.
1.
Om het achterscherm te openen draait u de
tapbouten los waarmee het scherm aan elke zijplaat
is bevestigd. Draai vervolgens het scherm in de
open positie en draai de schroeven vast.
HET AFSTELLEN VAN DE
LIFTKETTING
De ketting waarmee het draagframe aan de maai-een-
heid is bevestigd, bepaalt de hoeveelheid speling voor
vooruit-achteruit roteren en de vrije hoogte boven de
grond tijdens transport en omdraaien. De ketting bestaat
uit 13 schakels. De ketting is in de fabriek afgesteld op
de elfde schakel, voor een goede functionering voor de
meeste fairways.
Voor een ruwere ondergrond kan de ketting worden in-
gekort om de vrije ruimte boven de grond te vergroten.
Om beter te kunnen draaien voor plaatsen met veel
contouren kunt u de ketting langer maken.
De positie van de schroef in de schakel is van
NB:
invloed op de lengte van de ketting.
7