5.
Draai lichtjes de (2) borgmoeren los waarmee de
naaf van het draaipunt links aan de zijplaat is
gemonteerd (Afb. 4).
Draai de stelschroef van de naaf van het draaipunt
6.
rond totdat er aan de linker zijde een iets grotere
opening ontstaat tussen de messen van de messen-
kooi en de snijplaat dan aan de rechter zijde
(Afb. 4).
7.
Steek een lange strook droog krantenpapier aan de
rechter zijde van de messenkooi tussen de messen-
kooi en de snijplaat. Draai de messenkooi lang-
zaam tegen de snijplaat in en verdraai tegelijkertijd
de stelknop van de messenkooi met de wijzers van
de klok mee, klik voor klik, totdat het papier licht
bekneld wordt, waardoor u een lichte weerstand
voelt als u eraan trekt.
Afbeelding 4
1. Naaf draaipunt
2. Borgmoeren naaf draaipunt
3. Stelschroef naaf draaipunt
8.
Verdraai de stelschroef van het draaipunt totdat de
opening tussen de messen en de snijplaat aan beide
zijden gelijk is.
Draai de borgmoeren vast om de naaf van het
9.
draaipunt links aan de zijplaat te bevestigen en
controleer de afstelling.
4
HET AFSTELLEN VAN DE STAND
VAN DE MAAI-EENHEID
Met behulp van de verstelbare beugels voor en achter
kan de "stand" van de maai-eenheid traploos worden
afgesteld. Met stand wordt bedoeld de hoek die de snij-
plaat maakt ten opzichte van de grond. De stand heeft
een aanzienlijke uitwerking op de prestaties van de
maai-eenheid. Alle maai-eenheden van een bepaalde
machine moeten onder dezelfde hoek zijn afgesteld.
Doorgaans zijn minder agressieve standen geschikter
voor lagere maaihoogte-instellingen, terwijl voor hogere
maaihoogte-instellingen een agressievere stand vereist
is. Een te platte hoek kan ertoe leiden dat de snijbalk of
delen van de messenkooi het gazon raken, waardoor het
wordt opengesneden of beschadigd. De minimaal
aanbevolen hoek is 2 graden.
De "beste" stand van de maai-eenheid is afhankelijk van
de gazoncondities en de gewenste resultaten. De stand
van de maai-eenheid kan afgesteld moeten worden
tijdens het maaiseizoen om rekening te houden met ver-
scheidene gazoncondities. Door ervaring met de maai-
eenheid op het gazon kunt het beste bepalen welke
instelling het beste gebruikt kan worden. Slijtage aan de
snijplaat en de messenkooi al leiden tot een verandering
in de stand van de maai-eenheid, welke gecompenseerd
dient te worden tijdens het installeren en de verdere
levensduur van de maai-eenheid.
Onderstaand overzicht geeft bij benadering de
afmetingen voor het installeren van een nieuwe maai-
eenheid op 6 graden. Aan de hand van geobserveerde
resultaten kunnen er wijzigingen worden uitgevoerd.
INSTRUCTIES VOOR HET
INSTALLEREN VAN EEN MAAI-
EENHEID
Indien de uiteindelijke gewenste maaihoogte-
NB:
instellingen afwijken van hetgeen in het overzicht staat
vermeld, selecteert u de set positiegaten die het dichtst
bij de gewenste maaihoogte in de buurt komen. Gebruik
de bovenste tapbouten om de uiteindelijke stand af te
stellen. NB: Zet de maaihoogte achter aanvankelijk
circa 9,5 mm lager zodat u de afstellingen
gemakkelijker uit kunt voeren.