Smering
HET SMEREN VAN LAGERS,
LAGERBUSSEN EN DRAAIPUNTEN
Elke maai-eenheid is voorzien van (6) smeer-
punten/nippels (Afb. 15) die regelmatig moeten worden
gesmeerd met Nr.2 smeervet op lithiumbasis voor
algemene doeleinden.
Afbeelding 15
De in Afbeelding 15 aangegeven locaties voor de smeer-
punten bevinden zich aan beide zijden van de maai-
eenheid.
Door de maai-eenheden onmiddellijk
BELANGRIJK:
na een wasbeurt te smeren, wordt het water uit de
lagers verwijderd en zorgt dit voor een verlengde
levensduur.
Veeg elk smeerpunt schoon met behulp van een
1.
schone doek.
Breng smeer aan totdat u weerstand voelt op de
2.
spuit.
Breng smeer aan in de gaatjes van het lager
NB:
totdat er een kleine hoeveelheid zichtbaar wordt
aan de binnenzijde van de afdichting van de
messenkooi.
3.
Verwijder eventueel overtollig vet.
10