3.2. In bedrijf stellen.
WAARSCHUWING!
Vóór het starten dient men zich ervan te overtuigen, dat niemand zich in
de gevarenzone van de machine bevindt.
Onder geen beding mag gebruik worden gemaakt van vluchtige vloeistof-
fen zoals ether om de installatie te starten.
Als bovenstaande punten gecontroleerd zijn kan men overgaan tot het starten van de installa-
tie:
1.
Sluit de watertoevoerslang aan op een daarvoor bestemd aftappunt en vul de
watervoorraadtank.
2.
Sluit de hogedrukslang aan op de HD-aansluitpunt van de installatie en sluit het
hogedrukpistool aan. (Als deze niet vast aan de slang is gemonteerd).
3.
Gashendel ongeveer op een 1/4 van zijn bereik zetten.
4.
Draai de contactsleutel in de eerste stand (linksom -
voorgloeien), houdt de sleutel gedurende een paar seconden
vast en ga vervolgens verder met onderstaand.
5.
Draai de contactsleutel door in de stand "START / RUN". De
startmotor begint te draaien. Als de motor aanslaat, de
contactsleutel direct loslaten. De motor zal nu in een
stationair toerental gaan draaien.
Opmerking: De contactsleutel moet uit zichzelf naar stand "O"
terugveren.
LET OP!
De contactsleutel nooit bij een draaiende motor in
de stand "START / RUN" draaien.
Ga verder met het onderstaande:
6.
Controleer of de oliedruk controlelamp gedoofd is. Is dit niet het geval, dan onmiddel-
lijk de motor stoppen en de motorolie nalopen (smering en niveau) of eventueel de
elektrische bekabeling controleren (oliedrukzender).
7.
Als de motor na ca. 10 seconden starten niet aanslaat, wacht dan 60 seconden alvorens
weer te starten. De startmotor niet langer dan 10 seconden laten draaien.
8.
Laat de motor enkele minuten warmdraaien, alvorens de dieselmotor in een hoog
toerental te zetten. Doe dit niet alleen in de winter maar ook tijdens de warmere
maanden, om de levensduur van de motor te verlengen.
9.
Laat de motor enkele minuten warmdraaien, alvorens de dieselmotor in een hoog
toerental te zetten. Doe dit niet alleen in de winter maar ook tijdens de warmere
maanden, om de levensduur van de motor te verlengen.
10.
Sluit de hogedrukslang en het spuitpistool aan. Open de bijbehorende hogedruk
afsluiter.
11.
Richt de spuitlans op het te reinigen object en open het pistool, en de hogedrukpomp
levert nu de door U ingestelde waterdruk.