2.3. Te maken aansluitingen.
2.3.1. Watertoevoer.
Sluit het uiteinde van de watertoevoerslang aan op een watertoevoer aansluitpunt en een
wateraftappunt. De watertoevoer capaciteit moet minimaal gelijk zijn aan het maximale
waterverbruik van de unit.
Altijd eerst water van het aftappunt vrij weg laten lopen voordat men de
Belangrijk!
watertoevoerslang aan het aftappunt aansluit, om zo eventuele vervuiling in het
watertoevoer systeem te voorkomen.
De hogedrukunit dient gevoed te worden met schoon water van een goede kwaliteit.
Kalk- of ijzerhoudend water alsmede andere verontreinigingen kunnen ernstige schade
aan de installatie toebrengen.
2.3.2. Hogedruk aansluiting.
Het uiteinde van de hogedrukslang, gemonteerd op de hogedruk slanghaspel, dient te worden
aangesloten op het spuitgarnituur. Gebruik leidingen met de juiste diameter om stromings-
verliezen te beperken en met de juiste wanddikte geschikt voor de maximale werkdruk.
Watertoevoer aansluiting; ¾" Geka snelkoppeling.
Pers aansluiting; M24 snelkoppeling.