Reinigen en onderhouden
nl
Bedieningspaneel variant 3
Toelichting
Licht Aan/Uit
<
Ventilator Aan/Uit
#
-
Ventilatorstanden verlagen
+
Ventilatorstanden verhogen/Intensiefstand
Ventilator instellen
Inschakelen
Trek het uitschuibare filterdeel naar buiten en druk op
de toets
#
. De ventilator start op stand 2.
Druk op de toets + of - om de ventilatorstand te
wijzigen.
Uitschakelen
Druk op de toets
. Schuif het uitschuifbare filterdeel
#
naar binnen.
Intensief-stand
Bij zeer sterke geur- en dampvorming kunt u de
intensief-stand gebruiken.
Druk op de toets + tot alle LED's op het display zijn
verlicht. De intensiefstand wordt geactiveerd.
Na ca. 6 minuten schakelt de elektronica automatisch
terug naar een lagere ventilatorstand. Wilt u de
intensiefstand voor afloop van de vooraf ingestelde tijd
beëindigen, druk dan op de toets - tot de door u
gewenste ventilatorstand bereikt is.
De looptijd is begrensd. De ventilator schakelt daarna
automatisch naar een lagere stand terug. U kunt altijd
handmatig terugschakelen.
Naloop ventilator
Wanneer u het uitschuifbare filterdeel naar binnen
schuift, blijft de naloop geactiveerd zolang de afzuigkap
werkt.
Na ca. 10 minuten schakelt de ventilator automatisch
uit.
Verlichting
U kunt de verlichting onafhankelijk van de ventilatie in-
en uitschakelen.
Druk op de toets
.
A
6
2Reinigen en onderhouden
:
Waarschuwing
h o u d e n
R e i n i g e n e n o n d e r
Risico van verbranding!
Het toestel wordt heet tijdens de bereiding, vooral in de
buurt van lampen. Laat het voor de reiniging afkoelen.
:
Waarschuwing
Gevaar van een elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken. Het
toestel alleen met een vochtige doek schoonmaken.
Vóór het reinigen de netstekker uit het stopcontact
halen of de zekering in de meterkast uitschakelen.
:
Waarschuwing
Kans op een elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken.
Geen hogedrukreiniger of stoomreiniger gebruiken.
:
Waarschuwing
Risico van letsel!
Bepaalde onderdelen in het toestel kunnen scherpe
randen hebben. Veiligheidshandschoenen dragen.
Schoonmaakmiddelen
Om te voorkomen dat de verschillende oppervlakken
door verkeerde schoonmaakmiddelen beschadigd
raken, dient u zich te houden aan de opgaven in de
tabel. Gebruik
geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen,
■
geen sterk alcoholhoudende reinigingsmiddelen,
■
geen harde schuur- of schoonmaaksponsjes,
■
geen hogedrukreinigers of stoomstraalapparaten.
■
Was nieuwe vaatdoekjes voor het gebruik goed uit.
Neem alle aanwijzingen en waarschuwingen in acht die
bij de reinigingsmiddelen vermeld worden.