REMKO ML...DC
Aansluitklemmen ON/OFF1+ON/OFF2:
Potentiaalvrij contact voor het extern uitschakelen
van het apparaat. Als dit contact is geopend (niet
overbrugd), schakelt de installatie naar stand-by.
Bij gebruik van deze beide contacten is het inscha-
kelen via infrarood-afstandsbediening echter niet
mogelijk. Als dit contact wordt gesloten (overbrugd)
schakelt de installatie terug naar de fabrieksin-
schakeling 24 graden automatische modus.
Aansluiting van een kabelafstandsbediening
met weekprogramma (MCC-1 Controller):
Optioneel kan de multifunctionele controller met
weekprogramma MCC-1 met de binnenunit worden
verbonden.
De aansluiting gebeurt eveneens via de meegele-
verde multifunctionele printplaat op de aansluit-
klemmen X, Y en E (z. Afb. 54).
Afb. 54: Aansluitklemmen
42
Om te zorgen dat de multifunctionele controller
MCC-1 de binnenunit herkent, moet hieraan een
adres worden toegewezen via de DIP-schakelaar
op de adapterprintplaat (z. Afb. 55). Adressen van
0-63 kunnen worden toegewezen. De betreffende
instellingen kunt u vinden in Afb. 56.
Afb. 55: DIP-schakelaar
Afb. 56: DIP-schakelaar instellingen
De fabrieksinstelling is op adres 0 geprogram-
meerd. De DIP-schakelaar S1 geeft het adresbe-
reik aan (bijv. beide schakelaars op OFF = adres
0-15). De draaischakelaar ENC2 heeft 16 posities
waarmee telkens het specifieke adres wordt aan-
gegeven (bijv. DIP-schakelaar S1 = beide OFF en
draaischakelaar ENC2 = 2 geeft apparaatadres 2).
In het display van de multifunctionele controller
verschijnt het apparaat met het vooringestelde
adres. Bij het aansluiten van meerdere binnenunits
op een multifunctionele controller, de klemmen X,
Y en E van de betreffende binnenunit altijd lokaal
doorlussen naar de volgende binnenunit. Aan de
verschillende binnenunits moeten altijd verschil-
lende adressen worden toegewezen.