4
Kies "Overige" en druk op ENTER.
5
Kies "Bedieningsstand" en druk op
ENTER.
6
Kies een bedieningsstand (DVD1,
DVD2 of DVD3) en druk op ENTER.
7
Stel de bedieningsstand van de
afstandsbediening zodanig in dat deze
overeenkomt met de bedieningsstand
van de recorder die u hierboven hebt
geselecteerd.
Voer onderstaande stappen uit om de
bedieningsstand in te stellen op de
afstandsbediening.
1 Houd ENTER ingedrukt.
2 Terwijl u ENTER ingedrukt houdt,
voert u het codenummer van de
bedieningsstand in met behulp van de
cijfertoetsen.
Bedieningsstand Codenummer
DVD1
DVD2
DVD3
3 Houd zowel de cijfertoets als de
ENTER-toets tegelijkertijd
gedurende langer dan drie seconden
ingedrukt.
De bedieningsstand van de recorder
controleren
Druk op x op de recorder terwijl de recorder
is uitgeschakeld. De bedieningsmodus van de
recorder verschijnt op de display van het
voorpaneel.
Als de bedieningsstand van de recorder niet
veranderd is, moet de bedieningsstand van
de afstandsbediening ingesteld worden op
de standaardinstelling van DVD3. Als de
bedieningsstand van de afstandsbediening is
veranderd naar DVD1 of DVD2, is
bediening van deze recorder niet mogelijk.
Programmaposities van de
recorder veranderen met
behulp van de
afstandsbediening
U kunt de programmaposities van de recorder
veranderen met behulp van de cijfertoetsen.
Cijfertoetsen
Voorbeeld: voor kanaal 50
cijfertoets 1
Druk op "5" en "0", en druk daarna op
cijfertoets 2
ENTER.
cijfertoets 3
ENTER
25