Inhoud
Opmerkingen over het gebruik van de camera .........................................2
Basistechnieken voor betere beelden .......................................................7
Scherpstellen – Scherpstellen op een onderwerp ............................................ 7
Belichting – De lichtintensiteit instellen ............................................................. 9
Kleur – De effecten van de lichtbron............................................................... 10
Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ......................................... 11
Flitser – De flitser gebruiken............................................................................ 13
Onderdelen en bedieningselementen .....................................................14
Aanduidingen op het scherm...................................................................17
De schermweergave wijzigen..................................................................21
Het interne geheugen gebruiken .............................................................22
Basishandelingen
De modusknop gebruiken .......................................................................23
Beelden eenvoudig opnemen (Autom. instellen-functie).........................24
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuze)..........................................28
Een foto maken met de handmatige belichting .......................................31
Beelden weergeven.................................................................................33
Beelden verwijderen................................................................................35
Meer informatie over de verschillende functies – HOME/Menu ..............37
Menu-items..............................................................................................40
De opnamefuncties gebruiken
Opnamemenu..........................................................................................41
Scènekeuze: de scènekeuze selecteren
Beeldformaat: het beeldformaat selecteren
Gezichtsherkenning: het gezicht van het onderwerp herkennen
Opn.functie: de functie voor continu opnemen selecteren
Kleurfunctie: de helderheid van het beeld wijzigen of speciale effecten toevoegen
ISO: de lichtgevoeligheid selecteren
EV: de lichtintensiteit instellen
Lichtmeetfun.: de lichtmeetfunctie selecteren
Scherpstellen: de scherpstelmethode wijzigen
Witbalans: de kleurtinten aanpassen
Flitsniveau: hiermee kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen
Rode-ogeneffect: het rode-ogeneffect beperken
Contrast: het contrast instellen
Scherpte: de beeldscherpte wijzigen
3