5. Druk op de toets Omlaag om de instelling te openen
en deze te wijzigen of eventueel meer informatie in
te voeren.
• Achternaam/Voornaam: voer de naam van de
vermelding in. Zie pagina 33 voor meer informatie
over het invoeren van tekens.
• Mobiel/Privé/Kantoor/Fax/Overig: voer een
nummer in voor de gewenste categorie.
• Email: voer een e-mailadres in.
• Afbeelding: wijs een afbeelding toe aan een beller,
zodat deze wordt weergegeven wanneer u een
oproep ontvangt van het geselecteerde nummer.
• Melodie: selecteer een uniek belsignaal voor de
vermelding. Wanneer u voor elke vermelding een
andere toon selecteert, kunt u binnenkomende
spraakoproepen met nummerweergave van elkaar
onderscheiden.
• Groep: selecteer een van de standaard belgroepen
Waarin de vermelding moet worden opgenomen.
Wanneer u de vermeldingen groepeert, kunt u in
de groep zoeken naar een nummer. Zie pagina 64.
• Notities: voeg een notitie over de persoon toe.
6. Wanneer u de telefoonlijstgegevens voor de
vermelding hebt ingevoerd, drukt u op de toets
U kunt ook op de functietoets Opties drukken en
Opslaan selecteren.
Als u de vermelding hebt opgeslagen, wordt op de
telefoon de informatie weergegeven over de
vermelding die u hebt opgeslagen.
7. Gewenste actie
Invoeropties
gebruiken
Een nummer kiezen Druk op de toets Omlaag om
Terugkeren naar de
standby-stand
U kunt als volgt een nummer opslaan op de SIM-kaart:
Werkwijze
Druk op de functietoets
Opties. Zie pagina 60 voor
meer informatie.
een nummer te kiezen en druk
op de toets
Druk op de functietoets Terug
of op de toets
Telefoneren
.
.
.
25