3. Blader naar een apparaat en druk op de functietoets
Kies om verbinding te maken met het apparaat dat
moet worden gekoppeld.
Wanneer u hebt gezocht naar apparaten waarmee u
verbinding kunt maken, wordt een lijst met deze
apparaten weergegeven. Aan het symbool links van
het apparaat kunt u zien om welk type apparaat het
gaat:
•
voor een handsfree apparaat of een headset
•
voor een mobiele telefoon
•
voor een computer
•
voor een PDA
•
voor een onbekend apparaat
Opmerking: aan de kleur van het symbool kunt u de
status van het apparaat zien. Grijs staat voor
ongekoppelde apparaten, blauw voor gekoppelde
apparaten en rood voor apparaten die momenteel met
de telefoon zijn verbonden.
4. Voer de PIN-code in en druk op de functietoets OK.
Apparaatopties gebruiken
Als u op de functietoets Opties drukt in de lijst met
apparaten, kunt u de volgende opties gebruiken:
Verbinden/Verbinding verbreken: hiermee kunt u de
verbinding met het geselecteerde apparaat tot stand
brengen c.q. verbreken. Eerst moet u de Bluetooth PIN-
code ingeven en op de functietoets OK drukken. Deze
optie is alleen beschikbaar voor headsets en handsfree
apparaten.
Bestanden doorzoeken: hiermee kunt u zoeken naar
gegevens op andere apparaten en gegevens
rechtstreeks naar uw telefoon overzetten.
Hernoemen: hiermee kunt u de naam van het
gekoppelde apparaat wijzigen.
Apparaat goedkeuren/Niet goedgekeurd apparaat:
hiermee kunt u instellen of u wilt worden gevraagd om
een verbinding toe te staan wanneer andere apparaten
verbinding maken met de telefoon.
Instellingen
193