Informatie voor beheerders
DNS-server en proxyserver
De DNS-server heeft onder andere een hostnaam en domeinnaam van het e-mailadres dat overeenkomt met de IP-
adresinformatie.
Communicatie is niet mogelijk als de andere partij wordt aangeduid met bijvoorbeeld hostnaam of domeinnaam,
wanneer de computer of de printer communiceert via IP.
Er wordt dan een aanvraag voor informatie naar de DNS-server verzonden, maar de andere partij reageert met een
IP-adres. Dit proces heet naamomzetting.
Hierdoor kunnen apparaten als computers en printers communiceren via het IP-adres.
Naamomzetting is noodzakelijk om de printer te kunnen laten communiceren via de e-mailfunctie of de functie
voor internetverbinding.
Wanneer u deze functies gebruikt, configureert u de DNS-serverinstellingen.
Wanneer u het IP-adres van de printer toewijst met de DHCP-functie van de DHCP-server of de router, wordt dit
automatisch ingesteld.
De proxyserver bevindt zich op de gateway tussen het netwerk en internet, en communiceert met en namens de
computer, printer en internet (overstaande server). De overstaande server communiceert alleen met de
proxyserver. Printerinformatie zoals het IP-adres en het poortnummer kunnen daarom niet worden gelezen,
waarmee de beveiliging wordt verbeterd.
Wanneer u verbinding maakt met internet via een proxyserver, configureert u de proxyserver op de printer.
Verbinding maken met het netwerk via het bedieningspaneel
Verbind de printer met het netwerk via het bedieningspaneel van de printer.
Het IP-adres toewijzen
Stel de basisonderdelen in, zoals hostadres, Subnetmasker en Standaardgateway.
In dit gedeelte wordt de procedure voor het instellen van een statisch IP-adres uitgelegd.
1. Schakel de printer uit.
2. Selecteer Instel. op het startscherm van het bedieningspaneel van de printer.
3. Selecteer Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Geavanceerd > TCP/IP.
4. Selecteer Handmatig voor IP-adres ophalen.
Wanneer u het IP-adres automatisch instelt met de DHCP-functie van de router, selecteert u Auto. In dat geval
worden het IP-adres, het Subnetmasker en de Standaardgateway bij stap 5 en 6 ook automatisch ingesteld.
Ga door naar stap 7.
5. Voer het IP-adres in.
l
r
Als u
en
selecteert, gaat u naar het vorige of volgende segment. De segmenten worden door punten
gescheiden.
Bevestig de waarde uit het voorgaande scherm.
>
De printer met het netwerk verbinden
245
>
Verbinding maken met het netwerk via