De computer of apparaten toevoegen of vervangen
1. Selecteer
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
2. Selecteer Wi-Fi (aanbevolen).
Als de printer al is verbonden via Ethernet, selecteert u Router.
3. Druk op de knop OK.
Als de netwerkverbinding al is ingesteld, worden de verbindingsdetails weergegeven. Selecteer Instellingen
wijzigen om de instellingen te wijzigen.
Als de printer al is verbonden via Ethernet, selecteert u Wijzig naar Wi-Fi-verbinding. en selecteert u
vervolgens Ja nadat u het bericht hebt gecontroleerd.
4. Selecteer Instellen met drukknop (WPS).
5. Houd de [WPS]-knop ingedrukt op de draadloze router tot het beveiligingslampje knippert.
Als u niet weet waar de [WPS]-knop zit, of als de draadloze router geen knoppen heeft, raadpleeg dan de
documentatie van de draadloze router voor meer informatie.
6. Druk op de printer op de knop OK.
op het startscherm.
>
De netwerkverbinding opnieuw instellen
u d l r
en drukt u op de knop OK.
196
>