Automatische noodstroomomschakeling univer-
sele afscheiding Italië
Functies
-
-
-
-
-
-
Overgang van te-
1.
rugleveringsmo-
dus naar nood-
stroombedrijf
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10. Alle belastingen die zich in de noodstroomkringen bevinden, worden gele-
Meting en overdracht van de parameters die nodig zijn voor energiebeheer en
Fronius Solar.web door de Fronius Smart Meter.
Monitoring van de netparameters spanning en frequentie door de omvormer.
Afscheiden van het openbare stroomnetwerk als de netparameters buiten de
landspecifieke normen vallen om noodstroombedrijf mogelijk te maken.
Opnieuw aansluiten van het openbare stroomnetwerk als de netparameters
binnen de grenzen van de landspecifieke normen liggen.
Tot stand brengen van een correcte aardverbinding voor het noodstroombe-
drijf.
Mogelijkheid van een aparte noodstroomkring of meerdere noodstroomkrin-
gen die ook bij uitval van het openbare stroomnetwerk van stroom worden
voorzien. De totale belasting van de noodstroomkringen mag hierbij het no-
minale vermogen van de omvormer niet overschrijden. Bovendien moet ook
rekening worden gehouden met de capaciteit van de aangesloten accu.
Het openbare stroomnetwerk wordt door de stroomnet- en systeembeveili-
ging (NA-beveiliging) van de omvormer en door een externe NA-beveiliging
bewaakt.
Uitval van het openbare stroomnetwerk
De omvormer voert de landspecifiek vereiste maatregelen uit en schakelt
zich daarna uit.
De externe NA-beveiliging opent de beveiligingen K1 en K2 door de netmoni-
toring. Hierdoor worden de noodstroomkringen en de omvormer van de rest
van het thuisnet en van het openbare stroomnetwerk afgescheiden als de
hoofdcontacten van de beveiligingen K1 en K2 universeel worden geopend.
Om er zeker van te zijn dat het openbare stroomnetwerk daadwerkelijk is af-
gescheiden, geven de open-hulpcontacten van beveiliging K1 feedback aan
de externe NA-beveiliging.
De open-hoofdcontacten van de beveiligingen K4 en K5 zijn gesloten en er is
dus een verbinding tussen de neutrale draad en de randaarde. De twee ande-
re open-hoofdcontacten van de beveiligingen K4 en K5 geven de omvormer
feedback dat de aardverbinding correct tot stand is gekomen.
De omvormer stuurt het relais K3 aan, dat via een opencontact de externe in-
gang van de externe NA-beveiliging aanstuurt. Dit voorkomt aansluiting op
het openbare stroomnetwerk wanneer de spanning terugkeert.
Het sluitcontact van relais K3 geeft de omvormer extra feedback dat de ver-
grendeling door relais K3 is uitgevoerd.
Op basis van de feedback van de beveiligingen en de metingen in de omvor-
merklemmen en de Smart Meter besluit de omvormer dat het noodstroom-
bedrijf kan worden gestart.
Na een gespecificeerde testperiode start de omvormer met het noodstroom-
bedrijf.
verd. De overige belastingen worden niet van stroom voorzien en zijn veilig
gescheiden.
51