Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellen Van Akkoorden Tijdens De Normale Functie; Instellen Van De Nootlengte; Spoor 1 Stapopname Variaties - Casio WK-3200 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Melodiegeheugenfunctie
Instellen van akkoorden tijdens de
normale functie
Wanneer de MODE toets ingesteld staat op normaal (Normal)
tijdens stapopname kunt u akkoorden specificeren m.b.v. een
methode die verschilt van CASIO CHORD en Fingered
vingerzettingen. Deze akkoordspecificatiemethode kan
gebruikt worden om 18 verschillende akkoordtypes in te
voeren terwijl toch maar twee klaviertoetsen worden
gebruikt, zodat u dus akkoorden kunt specificeren ook als u
niet weet hoe ze eigenlijk gespeeld moeten worden.
Invoertoetsen voor
grondtonen
1 1 1 1 1 Majeur
2 2 2 2 2 Mineur
3 3 3 3 3 Vermeerderd
4 4 4 4 4 Verminderd
5 5 5 5 5 Aangehouden vier
6 6 6 6 6 Septiem
7 7 7 7 7 Mineur septiem
8 8 8 8 8 Majeur septiem
9 9 9 9 9 Mineur majeur septiem
Om het akkoord in te stellen houdt u de betreffende
klaviertoets van het toetsenbord voor invoeren van de
grondtoon ingedrukt en drukt u dan op de klaviertoets van
het toetsenbord voor het akkoordtype om dit in te stellen. Bij
invoeren van een akkoord met een speciale basnoot wordt
bij indrukken van twee toetsen van het toetsenbord voor de
grondtoon de ingestelde lagere noot ingesteld als bastoon.
Voorbeeld 1: Om Gm7 in te voeren, houdt u G op het
grondtoon toetsenbord ingedrukt en drukt u op
de m7 klaviertoets van het akkoordtype
toetsenbord.
(G)
Houd de toets ingedrukt om
akkoordgrondtoon in te stellen.
Voorbeeld 2: Om Gm/C in te voeren, houdt u C en G op het
grondtoon toetsenbord ingedrukt en drukt u op
de m klaviertoets van het akkoordtype
toetsenbord.
(C)
(G)
Houd de toets ingedrukt om bas
en akkoordgrondtoon in te stellen.
D-58
Akkoordtype
toetsenbord
0 0 0 0 0 Septiem mol vijf
A A A A A Mineur septiem mol vijf
B B B B B Septiem aangehouden vier
C C C C C Verminderd septiem
D D D D D Mineur toegevoegde none
E E E E E Toegevoegde none
F F F F F Mineur sext
G G G G G Sext
H H H H H Sext none
(m7)
Druk op de toets om het
akkoordtype in te stellen.
(m)
Druk op de toets om het
akkoordtype in te stellen.

Instellen van de nootlengte

Tijdens stapopname worden de cijfertoetsen gebruikt voor
het instellen van de lengte van elke noot.
Nootlengte
Stel met de cijfertoetsen [1] tot en met [6] hele noten ( ), halve
noten ( ), kwartnoten ( ), achtste noten ( ), 16de noten ( )
en 32ste noten ( ) in.
Voorbeeld: Druk op cijfertoets [3] om een kwartnoot ( ) in te
stellen.
Stippen ( ) en drievouden (
Gebruik terwijl u de [7] (stip) of [9] (drievoud) toetsen
ingedrukt houdt, de toetsen [1] - [6] om de lengte van de noten
in te voeren.
Voorbeeld: Om een gepunte 8ste noot ( ) in te stellen houdt u
cijfertoets [7] ingedrukt en drukt u op cijfertoets [4].
Dwarsbalk
Voer eerst de eerste en vervolgens de tweede noot in.
Voorbeeld: Om
in te voeren, druk op [4] en daarna op
[8]. Druk vervolgens op [5]. Deze noot wordt dan
verbonden aan de volgende ingevoerde noot (16de
noot in dit voorbeeld).
Rustpauze
Houd cijfertoets [0] ingedrukt en druk vervolgens op de
cijfertoetsen [1] – [9] om de lengte van de rustpauze in te stellen.
Voorbeeld: Houd om een rustpauze van een 8ste noot
cijfertoets [0] ingedrukt en druk op cijfertoets [4].
• Door op de [ ] CURSOR toets te drukken worden rustpauzes
tot aan het begin van de volgende maat ingevoerd.

Spoor 1 stapopname variaties

Hieronder volgt een beschrijving van verschillende variaties
die u kunt gebruiken bij opnemen op spoor 1 m.b.v.
stapopname. Al deze variaties zijn gebaseerd op de procedure
beschreven onder "Opnemen van akkoorden met
stapopname" op pagina D-57.
Starten van de begeleiding met een een intropatroon
Druk in stap 4 na de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets op de
INTRO/ENDING 1 of INTRO/ENDING 2 toets.
Overschakelen naar een ritmevariatie
Druk in stap 5 op de VARIATION/FILL-IN 1 of VARIATION/
FILL-IN 2 toets onmiddellijk voor invoeren van het akkoord.
Tussenvoegen van een fill-in
Druk in stap 5 op de VARIATION/FILL-IN 1 of VARIATION/
FILL-IN 2 toets op de maat of maatslag onmiddellijk voor de
maatslag of het akkoord waar u de fill-in wilt tussenvoegen.
Tussenvoegen van een slotpatroon
Druk in stap 5 op de INTRO/ENDING 1 of INTRO/ENDING
2 toets tijdens de maat of maatslag juist voor het akkoord
waar u het slotpatroon wilt tussenvoegen.
)
738A-D-060A

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wk-3700

Inhoudsopgave