Basisbediening
GWK-3700
PITCH BEND wheel
PITCH BEND draairegelaar
GWK-3200
MODULATION toets
MODULATION button
PITCH BEND wheel
PITCH BEND draairegelaar
Dit hoofdstuk geeft informatie betreffende het uitvoeren van
basis keyboardbediening.
Spelen op het keyboard
1
Druk op de POWER toets om het keyboard in te
schakelen.
• Hierdoor gaat de spanningsindicator branden.
2
Gebruik de MAIN VOLUME regelaar om het
volume in te stellen op een relatief laag niveau.
3
Speel iets op het keyboard.
Instellen van een toon
Dit keyboard wordt afgeleverd met ingebouwde tonen zoals
hieronder aangegeven.
Een gedeeltelijke lijst van de verkrijgbare toonnamen is
afgebeeld op het console van het keyboard. Zie de "Toonlijst"
op pagina A-1 van deze gebruiksaanwijzing voor een
volledige lijst. "Geavanceerde tonen" zijn variaties op
standaard tonen, die gecreëerd worden door het
programmeren van effecten (DSP) en andere instellingen.
Voor details aangaande de tonen van het trekstaaf
orgel,verwijs naar "Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie
(Drawbar Organ)" op pagina D-22.
Toontypes
Standaardtonen: 550 voorkeuzetonen + 124 gebruikerstonen
Aantal
Nummer
tonen
000 - 331
332
Geavanceerde tonen
400 - 599
200
Voorkeuzetonen
600 - 617
18
Drumsets
700 - 799
100
Gebruikerstonen*
800 - 819
20
Gebruikerstonen met golven*
Gebruikersdrumsets met
900 - 903
4
golven*
738A-D-021A
MODULATION
MODULATION wheel
draairegelaar
DSP lijn
Toontype
aan/uit*
Aan
2
Aan/uit*
4
Aan/uit*
Aan/uit*
4
POWER
MAIN VOLUME
Trekstaaforgeltonen:
50 voorkeuzetonen + 100 gebruikerstonen
Nummer
000 - 049
100 - 199
*1: Zie "Het veranderen van tonen en het configureren van
DSP effectinstellingen" op pagina D-20.
*2: Geheugengebied voor tonen die u gecreëerd heeft. Zie
"Synthesizerfunctie"
gebruikerstoongebieden 700 tot en met 799 bevatten
aanvankelijk dezelfde data als de geavanceerde tonen 000
tot en met 099.
*3: Dit hangt af van de brontoon of de tooninstelling. Zie
"Synthesizerfunctie" op pagina D-44 voor meer
informatie.
*4: Gebied voor data die vanaf een computer werd gestuurd.
Zie "Gebruiken van het Music Data Management
Software (op de meegeleverde CD-ROM)" op pagina
D-80 voor meer informatie. Voor informatie aangaande
golfvormen, zie "Creëren van een gebruikerstoon" op
pagina D-47.
*5: Dit hangt af van de toon. De status ervan kan worden
bekeken door naar de DSP toets te kijken. Zie "DSP toets"
op pagina D-29 voor meer informatie.
*6: Geheugengebied voor tonen die door gecreëerd worden.
Zie "Een trekstaaforgeltoon bewerken" op pagina D-24.
Gebruikers trefstaaforgeltoon gebieden bevatten
aanvankelijk twee setten met dezelfde data als de
trefstaaforgeltoon types 000 tot en met 049.
OPMERKING
• U kunt toonnummers die niet in de bovenstaande
bereiken (standaardtonen 332 tot en met 399, 618 tot
1
en met 699 en 820 tot en met 899, en trekstaaf
orgeltonen van 050 tot en met 099) vallen niet
selecteren. U kunt bladeren door de ongebruikte
Uit
nummers wanneer u de [+] en [–] toetsen gebruikt om
Uit
door de toonnummers te bladeren. Wanneer u
3
bijvoorbeeld op [+] drukt terwijl 617 geselecteerd is,
3
springt het nummer door naar 700.
5
PIANO SETTING
TONE
Cijfertoetsen
Number buttons
Aantal
Toontype
tonen
50
Voorkeuzetonen
100
Gebruikerstoon*
6
op
pagina
[+]/[–]
DSP lijn
aan/uit*
1
Aan/uit*
5
Aan/uit*
3
D-44.
De
D-19