Wanneer meetklokken worden gebruikt bij de definitieve uitlijningscontrole, zijn de pomp en de
aandrijfeenheid correct uitgelijnd wanneer de volgende condities waar zijn:
• de totale afleeswaarde is maximaal 0,05 mm (0,002 inch) op bedrijfstemperatuur.
• de tolerantie van de indicator is 0,0127 mm/mm (0,0005 in./in.) meetklokafstand op bedrijfstemperatuur.
Koude instellingen voor parallelle verticale uitlijning
Inleiding
Dit hoofdstuk beschrijft de aanbevolen voorbereidende (koude) instellingen voor met elektrische motor
aangedreven pompen op basis van verschillende temperaturen van de gepompte vloeistof. Raadpleeg
aandrijvingsproducenten voor de aanbevolen koude instellingen voor andere aandrijvingstypen, zoals
stoomturbines en motoren.
Aanbevolen instellingen voor model HT 3196
Voor model HT 3196 bedraagt de koude instelling voor parallelle verticale uitlijning 0,0 mm (0,0 inch)
voor alle pomptemperaturen. Dit model is namelijk op de hartlijn gemonteerd.
Richtlijnen voor uitlijningsmetingen
Richtlijn
Zorg dat het koppelingsgedeelte van de pomp en het
koppelingsgedeelte van de aandrijving samen draaien, zodat de
stangen van de meetklokken contact hebben met dezelfde
punten op het koppelingsgedeelte van de aandrijving.
Wanneer aanpassingen zijn vereist, moet u alleen de aandrijving
verplaatsen of pasringen aanbrengen.
Zorg ervoor dat de ankerbouten voor het steunvlak van de
aandrijving goed zijn aangedraaid wanneer u indicatormetingen
uitvoert.
Zorg ervoor dat de ankerbouten voor het steunvlak van de
aandrijving zijn losgedraaid voordat u uitlijningscorrecties
uitvoert.
Controleer de uitlijning nogmaals na eventuele mechanische
aanpassingen.
Meetklokken voor uitlijning bevestigen
U hebt twee meetklokken nodig om deze procedure te voltooien.
1.
Bevestig twee meetklokken op het koppelingsgedeelte (X) van de pomp:
a) Bevestig een van de meetklokken (P) zo dat de stang ervan in contact komt met de rand van het
b) Bevestig de andere meetklok (A) zo dat de stang ervan in contact komt met het binnenuiteinde
Model HT 3196 i-FRAME Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
koppelingsgedeelte (Y) van de aandrijving.
Met deze meetklok wordt verkeerde parallelle uitlijning gemeten.
van het koppelingsgedeelte van de aandrijving.
Met deze meetklok wordt verkeerde hoekuitlijning gemeten.
Installatie (vervolg)
Verklaring
Hiermee voorkomt u een onjuiste meting.
Hiermee voorkomt u dat er spanning
komt te staan op het leidingwerk.
Hiermee wordt voorkomen dat de
aandrijving wordt verplaatst, omdat dit
voor een onjuiste meting zorgt.
Dit maakt het mogelijk de aandrijving te
verplaatsen tijdens het uitvoeren van
correcties.
Hiermee worden eventuele verkeerde
uitlijningen gecorrigeerd die door een
aanpassing zijn veroorzaakt.
37