Storingen verhelpen
Storingen verhelpen
Problemen met de werking oplossen
Symptoom
De pomp levert geen
vloeistof aan.
De pomp levert niet de
nominale stroomsnelheid of
opvoerhoogte.
De pomp start en stopt
vervolgens met pompen.
De lagers worden heet.
128
Oorzaak
De pomp is niet gevuld.
De aanzuigleiding is verstopt.
Het rotorblad is verstopt.
De as draait in de verkeerde richting.
De opening van de bodemklep of
aanzuigleiding is onvoldoende ondergedompeld.
De opvoerhoogte is te hoog.
De pakking of de O-ring heeft een luchtlek.
De pakkingbus heeft een luchtlek.
Het rotorblad is deels verstopt.
De ruimte tussen het rotorblad en de
pompbehuizing is te groot.
De opvoerhoogte is onvoldoende.
Het rotorblad is versleten of kapot.
De pomp is niet gevuld.
De aanzuigleiding bevat damp- of luchtzakken. Leg de leiding om zodat luchtzakken niet
De aanzuigleiding heeft een luchtlek.
De pomp en de aandrijving zijn niet goed
uitgelijnd.
Er is onvoldoende smering.
De smering werd niet goed gekoeld.
Model HT 3196 i-FRAME Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
Oplossing
Vul de pomp opnieuw en controleer of de pomp
en aanzuigleiding vol staan met vloeistof.
Verwijder de belemmeringen.
Spoel de pomp in achterwaartse richting door, om
de waaier te reinigen.
De rotatie veranderen. Verander de rotatie zodat
deze overeenkomt met de pijl op het lagerhuis of
pompbehuizing.
Neem contact op met een ITT-vertegenwoordiger
voor informatie over de juiste
onderdompelingsdiepte. Gebruik een schotplaat
om wervelingen te voorkomen.
Kort de aanzuigleiding in.
Vervang de pakking of O-ring.
Vervang de mechanische afdichting of stel deze
opnieuw in.
Spoel de pomp in achterwaartse richting door, om
de waaier te reinigen.
Stel de rotorbladspeling af.
Zet de afsluitklep van de aanzuigleiding geheel
open en zorg dat de leiding geen belemmeringen
bevat.
Inspecteer het rotorblad en vervang deze zo nodig.
Vul de pomp opnieuw en controleer of de pomp
en aanzuigleiding vol staan met vloeistof.
voorkomen.
Repareer het lek.
Lijn de pomp en aandrijving opnieuw uit.
Controleer het smeermiddel op geschiktheid en
niveau.
Controleer het koelsysteem.