Scherpstelstand
R De camera kan de scherpstelafstand in meters of feet aangeven. Gebruik de optie A SCHERM SET-UP > EENHE-
DEN AF-SCHAAL van het instellingenmenu (P 105) om de gebruikte eenheden te kiezen.
R Als AAN is geselecteerd voor G AUTOFOCUS INSTELLING > PRE-AF in het opnamemenu (P 89), focus zal con-
tinu aangepast worden in de standen S en C zelfs wanneer de ontspanknop niet wordt ingedrukt.
■ De scherpstelaanduiding
De scherpstelaanduiding wordt groen wanneer op het onderwerp is scherpgesteld en
knippert wit wanneer de camera niet in staat is om scherp te stellen. Beugels („( )")
geven aan dat de camera aan het scherpstellen is en worden continu weergegeven
in stand C terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt. j wordt weergegeven in de
handmatige scherpstelstand.
Scherpstelling controleren
Scherpstelling controleren
Om in te zoomen op het huidige scherpstelgebied (P 69) voor
precieze focus, drukt u op het midden van de instelschijf. Druk opnieuw
om het zoomen te annuleren. In de handmatige scherpstelstand kan
het zoomen worden aangepast door aan de instelschijf te draaien
wanneer STANDAARD of FOCUS PIEK HIGHLIGHT wordt geselec-
teerd voor c HF ASSISTENTIE, terwijl als AAN is geselecteerd voor
A SCHERM SET-UP > SCHERPSTELLOEP zal de camera automatisch inzoomen op het geselecteerde scherpstel-
gebied wanneer aan de scherpstelring wordt gedraaid. Scherpstelzoom is niet beschikbaar in de scherpstelstand C
of wanneer G AUTOFOCUS INSTELLING > PRE-AF aan is of een andere optie dan r ENKEL PUNT is geselecteerd
voor G AUTOFOCUS INSTELLING > SCHERFSTELLING.
66
Focus indicator
M
M
P
4000 5.6
400