Code Beschrijving
7xx
Aandrijvingfout
800
Interne ABS-fout
810
Niet-plausibele signalen
van de wieltoerental-
sensor
820
Fout bij de leiding naar de
voorste wieltoerental-
sensor
821 ...
Niet-plausibele signalen
826
van de wieltoerental-
sensor op het voorwiel.
Mogelijk ontbreekt de sen-
sorschijf. Deze is defect of
verkeerd gemonteerd;
groot verschil in diameter
tussen voor- en achter-
wiel; extreme rijomstan-
digheden,
bv. rijden op het achterwiel
830
Fout bij de leiding naar de
achterste wieltoerental-
sensor
831
Niet-plausibele signalen
833 ...
van de wieltoerental-
835
sensor op het achterwiel.
Mogelijk ontbreekt de sen-
sorschijf. Deze is defect of
verkeerd gemonteerd;
groot verschil in diameter
tussen voor- en achter-
wiel; extreme rijomstan-
digheden,
bv. rijden op het achterwiel
840
Interne ABS-fout
850
Interne ABS-fout
860, 861 Fout in de voeding
870,
Communicatiefout
871,
880
883 ...
885
889
Interne ABS-fout
890
ABS-controlelampje is
defect of ontbreekt; ABS
mogelijk buiten werking
geen
Interne fout van het
weer-
display
gave
Tabel 33: Lijst storingsmeldingen display
MY20B09-6_1.0_15.01.2020
Oplossingsrichting
Neem de
gebruikshandleiding in acht
van de fabrikant van de
versnelling.
Neem contact op met uw
dealer.
Neem contact op met uw
dealer.
Neem contact op met uw
dealer.
1
Start het systeem opnieuw
op.
2
Voer een proefrit uit van ten
minste 2 minuten. Het ABS-
controlelampje moet uitgaan.
3
Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met uw
dealer.
Neem contact op met uw
dealer.
1
Start het systeem opnieuw
op.
2
Voer een proefrit uit van ten
minste 2 minuten. Het ABS-
controlelampje moet uitgaan.
3
Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met uw
dealer.
Neem contact op met uw
dealer.
Neem contact op met uw
dealer.
1
Start het systeem opnieuw
op.
2
Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met uw
dealer.
1
Start het systeem opnieuw
op.
2
Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met uw
dealer.
Neem contact op met uw
dealer.
Neem contact op met uw
dealer.
Start het aandrijfsysteem
opnieuw op door dit uit en
weer in te schakelen.
6.3.2
Accu
De accu wordt door middel van "Electronic Cell
Protection" (ECP) beschermd tegen
diepontlading, overbelading, oververhitting en
kortsluiting. Zo nodig schakelt de accu
automatisch uit door middel van een
beveiligingsschakeling.
Wanneer een defect van de accu wordt
gedetecteerd, knipperen de LED's van de
laadtoestandweergave.
Code Beschrijving
Wanneer de accu zich
buiten het toegestane
bereik voor de
laadtemperatuur bevindt,
knipperen drie LED's van
de laadtoestandweergave.
Wanneer een defect van
de accu wordt
gedetecteerd, knipperen
twee LED's van de
laadtoestandweergave.
Wanneer de oplader
defect is en niet oplaadt,
knippert er geen enkele
LED. Afhankelijk van de
laadtoestand van de accu
branden één of meer
LED's continu.
Wanneer er geen stroomt
loopt, knippert er geen
enkele LED.
Tabel 34: Lijst storingsmeldingen accu
Gebruik
Oplossingsrichting
1
Ontkoppel de oplader van de
accu.
2
Laat de accu afkoelen.
3
Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met uw
dealer.
Neem contact op met uw
dealer.
Neem contact op met uw
dealer.
1
Controleer alle connectoren.
2
Controleer de contacten van
de accu op vuil. Maak de
contacten zo nodig
voorzichtig schoon.
3
Blijft het probleem bestaan,
neem dan contact op met uw
dealer.
38