De plaats van de Condair Sigma is in hoge mate afhankelijk van de plaats waar de stoomverdeeler wordt
gemonteerd (zie
hoofdstuk
en om een optimaal rendement te bereiken, moet men met de volgende punten rekening houden.
–
Stoomgenerator zo aanbrengen, dat de lengte van de stoomslang zo kort mogelijk is (max. 4 m),
en de minimale buigstralen (R= 300 mm) en de minimale stijging resp. het minimale afschot
(15 %/8.5°) van de stoomslang worden aangehouden (zie
–
De stoomgeneratoren Condair Sigma zijn voor montage aan de wand ontworpen. Let erop, dat
de constructie (wand, kolom, op de vloer bevestigde console etc.) waaraan de apparaten moeten
worden aangebracht, voldoende draagkracht bezit en voor bevestiging geschikt is (let op de ge-
wichtsgegevens – zie de afmetingen en de gewichten in de voorafgaande lijst).
–
Het achterpaneel van de Condair Sigma houdt de warmte tijdens bedrijf vast (max. oppervlak-
tetemperatuur van de metalen omkasting ca. 60 - 70 °C). Controleer daarom dat de constructie
(wand, pilaar, etc.) waarop de units moeten worden gemonteerd, bestaat uit hittebestendig materi-
aal.
–
De stoomgenerator zo plaatsen, dat het apparaat goed toegankelijk is, en er voldoende vrije ruimte
is voor onderhoud (zie bovenstaande afbeelding voor weergave van de aan te houden minimale
afstanden).
–
De Condair Sigma is beveiligd tot IP20. Zorg ervoor dat de units worden gemonteerd op een con-
densvrije plaats en dat wordt voldaan aan de toegestane ruimtecondities.
–
De stoomgenerator Condair Sigma mag alleen worden gemonteerd in ruimtes met een vloeraf-
voer.
LET OP!
Wanneer de Condair Sigma moet worden gemonteerd op een plaats zonder vloerafvoer, dan
moet er een lekdetector worden geplaatst, zodat de watertoevoer veilig kan worden onderbroken
in geval van lekkage.
–
Gebruik bij de montage van de Condair Sigma alleen de met de unit meegeleverde bevestigings-
materialen. Is dit in uw geval niet mogelijk, kies dan een bevestigingsmethode met een vergelijkbare
stabiliteit.
–
De Condair Sigma is ontworpen voor montage en gebruik in gebouwen (zie
toegestane bedrijfstemperaturen).
5.4). Om een correct functioneren van de stoomgenerator te garanderen
hoofdstuk
5.4.3).
hoofdstuk 10.1
Montage en installatie
voor de
25