Inhoudsopgave
Advertenties
verwarmingscircuit nr. 2 met behulp van de parameter P.10
worden geselecteerd in overeenstemming met de condities van het buitenklimaat, op zodanige
wijze dat het temperatuurinstelpunt van het toevoercircuit nr. 2 afhangt van de buitentemperatuur
en de in parameter P.12 geselecteerde K-curve..
10 WERKING MET EEN BT-INERTIERESERVOIR
De DualTherm-ketel kan geïnstalleerd worden samen met een BT-inertiereservoir uit het brede
aanbod van DOMUSA TEKNIK. Volg voor de juiste installatie aandachtig de installatie-instructies
van het reservoir en lees voor de juiste integratie met de DualTherm-ketel de instructies in het
"Installatie met een BT-inertiereservoir"
hoofdstuk
De elektronische besturing van de DualTherm-ketel is in staat om vier verschillende
installatieconfiguraties van het BT-inertiereservoir te beheren. Afhankelijk van de configuratie van
de installatie (parameter P.08 van het menu "Technisch") zijn er 2 werkingsmodi:
10.1 Werking met temperatuursensor in het BT-inertiereservoir (P.08 = 1 of 2)
In deze werkingsmodus moet u het gewenste temperatuurinstelpunt van het inertiereservoir
(zie "Selectie van het temperatuurinstelpunt van het inertiereservoir")
selecteren
temperatuur van de omgevingsthermostaat nr. 1 (TA1) of afstandsbediening LAGO FB OT+ (indien
aanwezig). De ketel schakelt aan om het water te verwarmen. Wanneer de keteltemperatuur hoger
is dan 70 ºC schakelt de ladingspomp van het inertiereservoir (Bbt) aan om het BT-reservoir te
verwarmen. Wanneer de reservoirtemperatuur het geselecteerde temperatuurinstelpunt bereikt,
schakelt de pelletbrander, of in het geval er een lading brandhout is aangestoken, de ventilator uit
tot de temperatuur is gedaald met de waarde ingesteld in de parameter P.28 tot onder de
gewenste temperatuur (standaard 5 ºC), waarna er een nieuwe verwarmingscyclus begint.
Voor wat betreft de verwarming van de ketel, de circulatiepomp (BC) hiervan wordt geactiveerd,
telkens wanneer de omgevingsthermostaat nr. 1 (TA1) of de afstandsbediening LAGO FB OT+
(indien aanwezig), vraagt om verwarming. Dat wil zeggen, wanneer de omgevingstemperatuur
waarin de thermostaat, of de afstandsbediening, is aangebracht, lager is dan de hierop ingestelde
temperatuur. Wanneer de omgeving de gewenste temperatuur bereikt en na enige post-
circulatietijd (parameter P.15 van het "Technisch menu"), wordt de werking van de
verwarmingspomp (BC) uitgeschakeld.
De verwarming van de ketel kan volledig worden uitgeschakeld (
van het instelpunt van het inertiereservoir gelijk te stellen aan "
blijft alleen de productie van warm kraanwater ingeschakeld, mits er een interaccumulator voor
warm kraanwater is aangesloten op het reservoir (P.08 = 1) of op de ketel (P.08 = 2).).
OPMERKING:
circuits van de hydraulische BIO-set, indien aangesloten, uitgeschakeld.
OPMERKING:
van het menu "Technisch" is ingesteld op 1 of 2 en er een inertiereservoir is
geïnstalleerd.
Als de verwarmingsvoorziening wordt uitgeschakeld, worden tevens alle
Deze modus wordt alleen geactiveerd als de waarde van de parameter P.08
van deze handleiding.
Zomer-modus
OFF
". Tijdens deze werkingsmodus
van de ketel
en de
) door de waarde
33
Advertenties
Inhoudsopgave
