Maaidek monteren
1. Plaats het maaidek onder het draagframe.
2. Monteer het maaidek op het draagframe met behulp
van de vier (4) gaffelpennen en R-pennen (Fig. 6
Opmerking: Alle vier pennen moeten in dezelfde gaten
staan om ongelijkmatig maaien te voorkomen.
1
2
3
4
5
6
7
10
11
Figuur 6
1. Maaihoogte 25 mm
2. Maaihoogte 38 mm
3. Maaihoogte 51 mm
4. Maaihoogte 64 mm
5. Maaihoogte 76 mm
6. Maaihoogte 89 mm
Gebruiksaanwijzing
Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie
de linker- en rechterzijde van de machine.
Bediening van de aftakas
Met de aftakas schakelt u de aandrijving naar de
elektrische koppeling aan of uit.
8
9
7. Maaihoogte 102 mm
8. Gaffelpen
9. Draagframe
10. Maaidek
11. R-pen
Aftakas inschakelen
1. Zet de parkeerrem vrij.
2. Laat het tractiepedaal opkomen om de machine tot
stilstand te brengen.
3. Om de aftakas in te schakelen, tilt u de kap omhoog en
zet u de aftakasschakelaar op "AAN" (Fig. 7).
Aftakas uitschakelen
1. Door de kap te sluiten, zet u de aftakasschakelaar op
"UIT" (Fig. 7).
1
Figuur 7
1. Aftakasschakelaar
Werktuighefhendel
Met behulp van de hefhendel kunt u diverse werktuigen
opheffen en neerlaten (Fig. 8).
Werktuigen opheffen
1. Laat het tractiepedaal opkomen om de machine te
stoppen.
2. Trek de hefhendel naar achteren om het werktuig op te
heffen tot de gewenste hoogte (Fig. 8).
Werktuigen neerlaten
1. Laat het tractiepedaal opkomen om de machine te
stoppen.
2. Duw de hefhendel naar voren om het werktuig neer te
laten (Fig. 8).
8