6
|
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
6.3 Een extra warmtebron voor ruimteverwarming in/opstellen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
42
▪
Ruimteverwarming kan worden geleverd door:
-
De binnenunit
-
Een op het systeem aangesloten extra (ter plaatse te voorziene) ketel
▪
Als de kamerthermostaat om verwarming vraagt, zal de binnenunit of de extra
ketel beginnen te werken in functie van de buitentemperatuur (status van de
omschakeling naar een externe warmtebron). Als de extra ketel de toelating
krijgt, wordt de ruimteverwarming door de binnenunit UIT-geschakeld.
▪
Een bivalente werking is alleen mogelijk voor ruimteverwarming, NIET om warm
tapwater te produceren. Het warm tapwater wordt altijd door de op de
binnenunit aangesloten warmtapwatertank geproduceerd.
INFORMATIE
▪
Tijdens het verwarmen via de warmtepomp zal de warmtepomp werken om de
gewenste temperatuur te bereiken die via de gebruikersinterface werd ingesteld.
Wanneer
watertemperatuur automatisch bepaald op basis van de buitentemperatuur.
▪
Tijdens het verwarmen via de extra ketel zal de extra ketel werken om de
gewenste watertemperatuur te bereiken die via de bediening van de extra ketel
werd ingesteld.
Opstelling
A
A
Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B
Een eenpersoonskamer
a
Speciale interface voor menselijk comfort (BRC1HHDA gebruikt als kamerthermostaat)
b
Terugslagklep (ter plaatse te voorzien)
c
Afsluiter (ter plaatse te voorzien)
d
Extra ketel (ter plaatse te voorzien)
e
Aquastat-klep (ter plaatse te voorzien)
OPMERKING
▪
Controleer of de extra ketel en zijn integratie in het systeem voldoen aan de
geldende wetgeving.
▪
Daikin is NIET verantwoordelijk voor foute of onveilige situaties in het systeem
van de extra ketel.
de
weersafhankelijke
werking
B
e
c
d
c
b
b
is
geactiveerd,
wordt
a
ERGA04~08EAV3(A) + EHBH/X04+08EA/EJ6V+9W
Daikin Altherma 3 R W
4P629085-1 – 2020.08
de