6
|
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
34
Opstelling
A
Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B
Een eenpersoonskamer
a
Warmtepompconvectoren (+ controllers)
▪
De warmtepompconvectoren zijn rechtstreeks op de binnenunit aangesloten.
▪
Een afsluiter (ter plaatse te voorzien) wordt voor de vloerverwarming geplaatst
om condensatie op de vloer te vermijden tijdens het koelen.
▪
De gewenste kamertemperatuur wordt ingesteld via de afstandsbediening van
de warmtepompconvectoren.
▪
Het signaal om ruimteverwarming/koeling te vragen wordt naar een digitale
input op de binnenunit gestuurd (X2M/35 en X2M/30).
▪
De bedrijfsmodus wordt naar de volgende toestellen door een digitale output op
de binnenunit gestuurd (X2M/4 en X2M/3):
-
De warmtepompconvectoren
-
De afsluiter
Configuratie
Instelling
Temperatuurregeling van de unit:
▪
#: [2.9]
▪
Code: [C-07]
Aantal watertemperatuurzones:
▪
#: [4.4]
▪
Code: [7-02]
Externe kamerthermostaat voor de
primaire zone:
▪
#: [2.A]
▪
Code: [C-05]
Voordelen
▪
Koeling. De warmtepompconvectoren bieden naast een verwarmingscapaciteit
ook een uitstekende koelcapaciteit.
▪
Efficiëntie.
Vloerverwarming
warmtepompsysteem.
B
A
M1
a
1 (Externe kamerthermostaat): De
unit werkt op basis van de externe
thermostaat.
0 (1 zone): Primair
1 (1 contact): Als de gebruikte
externe kamerthermostaat of
warmtepompconvector enkel een
thermo AAN/UIT-staat kan sturen. Geen
onderscheid tussen een vraag naar
verwarming of een vraag naar koeling.
levert
de
beste
ERGA04~08EAV3(A) + EHBH/X04+08EA/EJ6V+9W
Waarde
prestaties
met
het
Daikin Altherma 3 R W
4P629085-1 – 2020.08