Storing
De machine start niet:
Er stroomt water in de machi-
ne en dat loopt meteen weer
weg:
De machine pompt het water
niet weg en/of centrifugeert
niet:
Er ligt water op de vloer:
De deur gaat niet open:
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
• Steek de stekker in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
• Controleer de elektrische installatie in uw woning.
De hoofdzekering is doorgebrand.
• Vervang de zekering.
De programmakeuzeknop is niet goed ingesteld en er is niet op toets 9 gedrukt.
• Draai de keuzeknop en druk nogmaals op toets 9.
De uitgestelde start is gekozen.
• Als het wasgoed meteen gewassen moet worden, annuleert u de uitgestelde start.
Het kinderslot is geactiveerd.
• Deactiveer het kinderslot.
Het uiteinde van de afvoerslang bevindt zich te laag.
• Raadpleeg de paragraaf "Waterafvoer" in hoofdstuk "Installatie".
Er is een optie of programma gekozen waarbij het water in de trommel niet wordt
weggepompt of een programma dat alle spoelgangen onderdrukt.
• Kies het programma pompen of centrifugeren.
Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel verdeeld.
• Verdeel het wasgoed opnieuw.
Er is te veel of een verkeerd wasmiddel gebruikt (te veel schuimvorming).
• Verminder de hoeveelheid wasmiddel of gebruik een ander middel.
Controleer of een van de koppelingen van de toevoerslang lekkage vertoont. Dit is
niet altijd gemakkelijk te zien, omdat het water langs de slang naar beneden loopt;
controleer of de slang vochtig is.
• Controleer de aansluiting van de watertoevoerslang.
De afvoer- of toevoerslang is beschadigd.
• Vervang deze door een nieuwe.
Het programma loopt nog.
• Wacht tot het wasprogramma is afgelopen.
De deur is niet ontgrendeld.
• Wacht tot de deur wordt vrijgegeven.
Open de deur als het controlelampje 10 uit is.
Er staat water in de trommel.
• Kies het programma pompen of centrifugeren om het water af te voeren.
Mogelijke oorzaak/oplossing
27