Ventilatie/kanalisatie
De kachel is voorzien van drie ventilatoren.
De frontale ventilator (1) wordt gescheiden van de
andere twee (2 en 3) geregeld, die daarentegen samen
worden geregeld, op verschillende snelheden.
Ventilator 1 stuwt de lucht altijd naar voren.
De ventilatoren 2 en 3 kunnen de lucht naar voren
stuwen of naar de kanalisatie.
De richting van de ventilatoren 2, 3 is regelbaar door
de hendels onder het vuldeksel van de pellets: elke
hendel regelt de richting van de ventilator aan dezelfde
kant.
Voorbeelden op de afbeeldingen hieronder
3
22
Voorbeeld hierboven
Hendel naar voren getrokken = Lucht
achter, in kanalisatie
GEBRUIKSAANWIJZING
Hendels
2
REGELING VAN DE VENTILATIE
Met deze functie kan de ventilatiesnelheid worden
beheerd, zowel van de frontale als de gekanaliseerde
ventilatie.
Het is mogelijk:
•
de AUTO-modus instellen, die de ventilatiesnel-
heid automatisch regelt op basis van het vermo-
gen van de kachel
•
handmatig de ventilatiesnelheid instellen op basis
van de hoeveelheid warme lucht of het gewenste
geluidsniveau;
•
schakel de ventilatie uit door deze in te stellen op
OFF (met automatische begrenzing van het ver-
mogen, ook als op het scherm het geselecteerde
vermogen blijft weergegeven).
Om bij de afstelling te komen houdt u toets
seconden ingedrukt (op het display wordt de aandui-
ding "M1 Klok instellen" weergeven).
Druk op toets
verschijnt.
Druk op toets
Gebruik de toetsen
heid in te stellen (van 1 tot en met 5) of de modus
AUTO of OFF.
Druk op de toets
Gebruik voor het regelen van de gekanaliseerde ven-
tilatie het menu "M4 regel vent 2".
GEBRUIKER
tot "M3 Inst vent 1" op het display
om te bevestigen.
en
om de ventilatiesnel-
om de keuze te bevestigen.
2