Tijdens het fietsen kunt u uw vermogen rond het
doelwattniveau houden dankzij de Intensiteitsni-
veaubalk. De opgelichte indicators wijzen op uw
tempo op dat
moment. Als er
een indicator
rechts naast de
opgelichte indica-
tors knippert (zie
afbeelding a),
moet u uw tempo
verhogen. Als er
een indicator links
naast de opgelich-
te indicators knip-
pert (zie afbeel-
ding b), dan moet
u uw tempo verlagen. Als er geen indicator knip-
pert, dan is uw vermogen dicht bij uw doelwattni-
veau. Belangrijk: de Intensiteitsniveaubalk
dient alleen als motivatie. Zorg ervoor dat u in
een voor u aangenaam tempo fietst.
Tijdens het programma zal de display de resteren-
de tijd van het programma weergeven. Als u enke-
le seconden stopt met fietsen, dan zult u een piep-
toon horen en het programma zal worden onder-
broken. Om het programma opnieuw te starten,
moet u gewoon opnieuw beginnen te fietsen.
Volg uw vooruitgang op de twee displays.
5
Zie stap 4 op pagina 13.
Uw hartslag meten als u dat wilt.
6
Zie stap 5 op pagina 14.
De ventilator aanschakelen als u dat wilt.
7
Zie stap 6 op pagina 14.
Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
8
wanneer u stopt met oefenen.
Zie stap 7 op pagina 14.
All manuals and user guides at all-guides.com
a
b
HOE EEN PROGRAMMA VOOR DE HARTSLAG
TE GEBRUIKEN
Dankzij de hartslagprogramma's kunt u uw hartslag tij-
dens uw oefening dicht bij een maximaal toegestane
hartslagniveau voor uw leeftijd houden. (Uw maximaal
toegestane hartslagniveau voor uw leeftijd wordt
bepaald door uw leeftijd van 220 af te trekken.
Bijvoorbeeld: als u 30 bent, dan is de maximaal toe-
gestane hartslag voor uw leeftijd 190). Het hartslag-
programma 8 is ontworpen om uw hartslag tijdens uw
oefening tussen 50% en 85% van uw maximale hart-
slagfrequentie te houden. Het hartslagprogramma 9 is
ontworpen om uw hartslagfrequentie dicht bij een door
u geprogrammeerde hartslagfrequentie te houden.
Volg de stappen hieronder om het programma voor de
hartslag te gebruiken.
Begin te fietsen om het bedieningspaneel aan
1
te zetten.
Zie stap 1 op pagina 13.
Selecteer een hartslagprogramma.
2
Om een hartslag-
programma te kie-
zen, druk herhaal-
delijk op de Pro-
grammakeuzetoets
totdat "P 8" of "P 9"
op de rechter dis-
play verschijnt.
Tijdens de hart-
slagprogramma's
zal op de matrix
een grafische voor-
stelling van uw
hartslag worden
weergegeven.
Telkens als uw hartslag wordt gedetecteerd, zal
een piek op de grafiek verschijnen.
Toets uw leeftijd of een doelhartslag in.
3
Als u hartslagpro-
gramma 8 hebt
gekozen, dan zal
het woord "AGE"
verschijnen en de
voorgeprogram-
meerde leeftijd zal
op de rechter display beginnen te knipperen. Als
u uw leeftijd hebt ingetoetst, druk dan op de
Enter-toets en ga naar stap 4. Druk wanneer u
17