Programmeerfunctie bewerken
en opslaan
U kunt een programmeerfunctie in-/uit-
schakelen of verschillende opties kie-
zen.
Raak de sensortoets of aan om
de programmeerfunctie in of uit te
schakelen of kies een optie:
Programmeerfunctie
mogelijke keuzes
X
O
O
X
X
O
O
X
O
X
O
X
O
X
O
O
O
X
O
X
X
O
X
X = deze functie kan gekozen worden
O = Fabrieksinstelling
Bevestig uw keuze met sensortoets
Start/Trommel bijvullen.
Nu licht het nummer van de program-
meerfunctie weer op, bijv. .
–
X
X
X
X
X
X
X
X
O
X
Programmeerfuncties
Programmeerniveau verlaten
Draai de programmakeuzeschakelaar
op .
De gekozen variant is nu ingesteld. De
instellingen kunt u ieder moment wijzi-
gen.
Toetssignaal
Als u de sensortoetsen aanraakt, klinkt
er een akoestisch signaal.
Keuze
= Het toetssignaal is uitgescha-
keld
= Toetssignaal is ingeschakeld
met de geluidssterkte normaal
(fabrieksinstelling)
= Toetstoon is ingeschakeld met
de geluidssterkte hard
X
77