Doseertips
Controleer bij het doseren van het was-
middel hoe vuil het wasgoed is en hoe-
veel wasgoed geladen is. Verlaag bij
geringere beladingshoeveelheden de
hoeveelheid wasmiddel (gebruik bij-
voorbeeld bij een halve belading een ⅓
minder wasmiddel).
Te weinig wasmiddel:
- leidt ertoe dat het wasgoed niet
schoon en na verloop van tijd grauw
en hard wordt;
- leidt tot schimmelvorming in de was-
machine;
- verhindert dat vet volledig uit het
wasgoed verwijderd wordt;
- leidt tot kalkafzetting op de verwar-
mingselementen.
Te veel wasmiddel:
- leidt tot een slecht was-, spoel en
centrifugeerresultaat;
- leidt tot een hoger waterverbruik door
automatisch extra spoelen;
- leidt tot extra belasting van het mili-
eu.
4. Wasmiddel doseren
Inzet van vloeibaar wasmiddel bij
voorwas
Het inzetten van vloeibare wasmiddelen
in de hoofdwas bij geactiveerde voor-
was is niet mogelijk.
Gebruik voor de hoofdwas een poeder-
vormig wasmiddel.
Wasmiddeltabs of -pods gebruiken
Voeg wasmiddeltabs of -pods altijd di-
rect bij de was in de trommel. Ze kun-
nen niet worden toegevoegd via de
wasmiddellade.
Nadere bijzonderheden over wasmidde-
len en de dosering daarvan vindt u in
het hoofdstuk: 'Wasmiddelen'.
23