Warmtepompconvectoren
ERGA04~08DAV3(A) + EHVH/X04+08S18+23DA/DJ3V+6V+9W7
Daikin Altherma 3 R F
4P618947-1 – 2020.03
5
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
|
▪
Comfort. In het geval van vloerverwarming zorgt de draadloze externe
kamerthermostaat ervoor dat er tijdens het koelen geen condensatie op de vloer
optreedt door de vochtigheid in de kamer te meten.
Opstelling
A Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B Een eenpersoonskamer
a Afstandsbediening van de warmtepompconvectoren
▪
De warmtepompconvectoren zijn rechtstreeks op de binnenunit aangesloten.
▪
De gewenste kamertemperatuur wordt ingesteld via de afstandsbediening van
de warmtepompconvectoren.
▪
Het signaal om ruimteverwarming/koeling te vragen wordt naar een digitale
input op de binnenunit gestuurd (X2M/35 en X2M/30).
▪
De bedrijfsmodus wordt naar de warmtepompconvectoren gestuurd door een
digitale output op de binnenunit (X2M/4 en X2M/3).
INFORMATIE
Wanneer meerdere warmtepompconvectoren gebruikt worden, controleer of elke
warmtepompconvector wel degelijk het infraroodsignaal ontvangt van de
afstandsbediening van de warmtepompconvectoren.
Configuratie
Instelling
Temperatuurregeling van de unit:
▪
#: [2.9]
▪
Code: [C-07]
Aantal watertemperatuurzones:
▪
#: [4.4]
▪
Code: [7-02]
Externe kamerthermostaat voor de
primaire zone:
▪
#: [2.A]
▪
Code: [C-05]
Voordelen
▪
Koeling. De warmtepompconvector biedt naast een verwarmingscapaciteit ook
een uitstekende koelcapaciteit.
A
B
a
1 (Externe kamerthermostaat): De
unit werkt op basis van de externe
thermostaat.
0 (1 zone): Primair
1 (1 contact): Als de gebruikte
externe kamerthermostaat of
warmtepompconvector enkel een
thermo AAN/UIT-staat kan sturen. Geen
onderscheid tussen een vraag naar
verwarming of een vraag naar koeling.
Waarde
Uitgebreide handleiding voor de installateur
27