ERGA04~08DAV3(A) + EHVH/X04+08S18+23DA/DJ3V+6V+9W7
Daikin Altherma 3 R F
4P618947-1 – 2020.03
Voorbeeld: Een unit wordt als volgt geconfigureerd:
▪
Gewenste kamertemperatuur in verwarmingsstand: 22°C
▪
Gewenste kamertemperatuur in koelstand: 24°C
▪
Hysteresiswaarde: 1°C
▪
Afwijking: 4°C
De omschakeling van verwarming naar koeling zal gebeuren wanneer de
kamertemperatuur boven het maximum komt van de gewenste koeltemperatuur
vermeerderd met de hysteresiswaarde (dus 24+1=25°C) en de gewenste
verwarmingstemperatuur vermeerderd met de afwijkingswaarde (dus 22+4=26°C).
Omgekeerd zal de omschakeling van koeling naar verwarming gebeuren wanneer
de
kamertemperatuur
verwarmingstemperatuur verminderd met de hysteresiswaarde (dus 22–1=21°C)
en de gewenste koeltemperatuur verminderd met de afwijkingswaarde (dus 24–
4=20°C)
Een veiligheidsinterval om niet te regelmatig van verwarming naar koeling, en
omgekeerd, om te schakelen.
#
Code
De omschakelinstellingen met betrekking tot de binnentemperatuur.
Alleen van toepassing als Automatisch werd geselecteerd en het systeem in
regeling via een kamerthermostaat geconfigureerd werd met 1
aanvoerwatertemperatuurzone en snelle warmteafgevers.
Nvt
[4-0B]
Nvt
[4-0D]
Aantal zones
Het systeem kan aanvoerwater leveren aan maximum 2 watertemperatuurzones.
Het aantal waterzones moet tijdens het configureren ingesteld worden.
onder
het
minimum
Hysteresis: Zorgt dat er alleen wanneer nodig
omgeschakeld wordt.
De bedrijfsmodus verandert alleen van
verwarming naar koeling wanneer de
kamertemperatuur hoger wordt dan de gewenste
koeltemperatuur plus de hysteresis.
▪
Bereik: 1°C~10°C
Afwijking: Zorgt dat de actieve gewenste
kamertemperatuur altijd bereikt kan worden.
In de verwarmingsmodus verandert de
bedrijfsmodus alleen wanneer de
kamertemperatuur hoger wordt dan de gewenste
verwarmingstemperatuur plus de
afwijkingswaarde.
▪
Bereik: 1°C~10°C
8
Configuratie
|
valt
van
de
gewenste
Beschrijving
Uitgebreide handleiding voor de installateur
149