7
|
Installatie
7.9.9 De voeding van de back-upverwarming aansluiten
Uitgebreide handleiding voor de installateur
102
INFORMATIE
Het contact voor de voeding met voorkeur kWh-tarief is aangesloten op dezelfde
klemmen (X5M/9+10) als de veiligheidsthermostaat. Daarom kan het systeem alleen
maar OFWEL een elektrische voeding met kWh-voorkeurtarief OFWEL een
veiligheidsthermostaat hebben.
WAARSCHUWING
De back-upverwarming MOET een speciale voeding hebben en MOET beschermd
worden door de beveiligingsinrichtingen vereist door de geldende wetgeving.
VOORZICHTIG
Om zeker te zijn dat de unit volledig geaard is, verbind steeds de elektrische voeding
van de back-upverwarming en de aardingskabel.
De capaciteit van de back-upverwarming kan verschillen naargelang het model van
binnenunit. Controleer in de tabel hieronder of de voeding overeenstemt met de
capaciteit van de back-upverwarming.
Type back-
Capaciteit
upverwarming
upverwarmin
*3V
*6V
*9W
(a)
Deze apparatuur voldoet aan de norm EN/IEC 61000‑3‑11 (Europese/internationale
technische norm die de grenzen vastlegt inzake spanningsveranderingen,
spanningsschommelingen en flikkeringen in openbare laagspanningssystemen voor
apparatuur met een nominale stroom ≤75 A), op voorwaarde dat de systeemimpedantie
Z
kleiner dan of gelijk is aan Z
sys
en het openbare systeem. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de installateur of
gebruiker van de apparatuur om ervoor te zorgen, indien nodig in overleg met de
distributienetwerkbeheerder, dat de apparatuur alleen wordt aangesloten op een voeding
met een systeemimpedantie Z
(b)
6V
(c)
De elektrische apparatuur voldoet een de norm EN/IEC 61000-3-12 (Europese/
internationale technische norm die de grenzen vastlegt inzake harmonische stromen
geproduceerd door apparatuur aangesloten op openbare laagspanningssystemen met een
ingangsstroom >16 A en ≤75 A per fase).
(d)
(6T1)
Sluit de voeding van de back-upverwarming als volgt aan:
Voeding
back-
g
3 kW
1N~ 230 V
2 kW
1N~ 230 V
4 kW
1N~ 230 V
6 kW
1N~ 230 V
(d)
2 kW
3~ 230 V
(d)
4 kW
3~ 230 V
(d)
6 kW
3~ 230 V
3 kW
3N~ 400 V
6 kW
3N~ 400 V
9 kW
3N~ 400 V
op het interfacepunt tussen de voeding van de gebruiker
max
kleiner dan of gelijk aan Z
sys
ERGA04~08DAV3(A) + EHVH/X04+08S18+23DA/DJ3V+6V+9W7
Maximale
stroomsterkte
(a)
13 A
(b)
9 A
(b)
(c)(a)
17 A
(b)
(c)(a)
26 A
5 A
10 A
15 A
4 A
9 A
13 A
.
max
Daikin Altherma 3 R F
4P618947-1 – 2020.03
Z
max
0,34 Ω
—
0,22 Ω
0,22 Ω
—
—
—
—
—
—