Veiligheidsinstructies (vervolg)
12.
Wanneer u de projector gebruikt,
neemt u mogelijk warme lucht en
een bepaalde geur waar bij het
ventilatierooster. Dit is een normaal
verschijnsel.
13.
Plaats de projector niet in de
volgende ruimtes.
- Slecht geventileerde of gesloten
ruimtes. Zorg dat de projector ten
minste 50 cm van de muur staat en
laat voldoende ruimte vrij rondom de
projector.
- Plekken waar de temperatuur
extreem hoog kan oplopen, zoals in
een auto met gesloten ramen.
- Plekken met veel vocht, stof of rook
die optische componenten mogelijk
aantasten. Dit verkort de levensduur
van de projector en verdonkert het
beeld.
- Plekken in de buurt van een
brandalarm.
- Plekken met een
omgevingstemperatuur hoger dan
40°C / 104°F
- Plekken die hoger liggen dan 3000 m
(10000 voet).
3000 m
(10000
voet)
0 m
(0 voet)
14.
Blokkeer het ventilatierooster niet.
- Plaats deze projector niet op een deken,
beddengoed of op een ander zacht
oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek
of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de
buurt van de projector.
Als het ventilatierooster niet vrij wordt
gehouden, kan er door oververhitting in
de projector brand ontstaan.
15.
Plaats de projector tijdens gebruik altijd
op een stabiel en niet hellend oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als
deze gekanteld staat in een hoek van
meer dan 10 graden (links naar rechts) of
in een hoek van meer dan 15 graden
(voor naar achter). Als u de projector
gebruikt wanneer deze niet volledig
horizontaal staat, werkt deze mogelijk
niet optimaal of kan de lamp beschadigd
raken.
16.
Plaats de projector niet verticaal. De
projector kan dan vallen en letsel
veroorzaken of beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies
5