Lichtmeting
Lichtmeting
Kies hoe de camera de belichting meet.
1
Druk op MENU/OK in de opnamestand om het opnamemenu weer te geven. Druk op de selectieknop
omhoog of omlaag om C LICHTMEETSYSTEEM te markeren en druk op MENU/OK.
2
Druk op de selectieknop omhoog of omlaag om de gewenste optie te markeren en druk op MENU/OK
om te selecteren.
Stand
Stand
o
o
De camera bepaalt de belichting direct op basis van een analyse van de compositie, kleur en de verdeling van de
(MULTI)
(MULTI)
helderheid. Aanbevolen voor de meeste situaties.
De camera meet de lichtomstandigheden in het midden van het beeld, in een gebied dat overeenkomt met ca.
p
p
2% van het totaal. Aangeraden bij onderwerpen die vanachter belicht worden en in andere gevallen waar de
(SPOT)
(SPOT)
achtergrond beduidend helderder of donkerder is dan het belangrijkste onderwerp.
De belichting wordt ingesteld op basis van het gemiddelde van het gehele beeld. Zorgt voor dezelfde belichting
q
q
bij meerdere foto's met hetzelfde licht en is in het bijzonder eff ectief voor het fotograferen van landschappen en
(INTEGRAAL)
(INTEGRAAL)
het maken van portretten van onderwerpen met witte of zwarte kleding.
Q De geselecteerde optie treedt alleen in werking wanneer GEZICHT UIT/OOG UIT is geselecteerd voor G AF/MF
INSTELLINGEN > INST. GEZICHTS-/OOGHERKEN. (P 82).
70
Beschrijving
Beschrijving