Opnamestand
S
S GEAVANCRD SR AUTO
GEAVANCRD SR AUTO
Wanneer de standknop naar S wordt gedraaid, optimaliseert de camera auto-
matisch de instellingen zodat ze passen bij het onderwerp.
Het onderwerp wordt aangeduid door een pictogram in het scherm.
• a (c) AUTO
• d (a) PORTRET
• c (cc) LANDSCHAP
• d (cd) NACHT
• e (ce) MACRO
• dd (ad) NACHTPORTRET
• g (b) TEGENLICHTPORTRET
R De onderwerpen tussen haakjes worden geselecteerd als de camera detecteert dat het onderwerp beweegt.
Q De geselecteerde modus kan verschillen afhankelijk van de opnameomstandigheden. Als de stand en het onder-
werp niet overeenkomen, selecteer de P of kies SP (P 45) en selecteer handmatig een scène.
39