8.5
De machine uitschakelen
1.
Zorg ervoor dat de hefarm in de laagste stand staat.
2.
Zorg ervoor dat het aanbouwdeel, indien geïnstalleerd, in de laagst
mogelijke stand staat.
3.
Controleer of de machine niet beweegt.
4.
Zet de rijrichtingschakelaar in de neutrale stand.
5.
Activeer de parkeerrem.
6.
Draai de contactsleutel van positie B naar positie A.
8.6
Met de machine rijden
RT270-2 / RT280-2 - R2001
•
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van alle gevaren
en van de bedieningsinstructies van de machine
voordat u gaat rijden.
•
Zorg ervoor dat u bekend bent met de
bedieningsapparatuur van de machine.
•
Raadpleeg Openbare weg op pagina 58 en Terrein op
pagina 60 voor de regels met betrekking tot het rijden
op de weg en op werkvlakken.
•
Binnen de stoel is een schakelaar aanwezig die
detecteert of er een bestuurder op de stoel zit. De
machine gaat alleen rijden wanneer er een bestuurder
op de bestuurdersstoel zit.
Wiellader
Werking 83