3 Druk op ENTER.
De huidige positie van het kader
wordt vastgelegd.
De grootte van het
aanpassingskader aanpassen
Druk op g/G om
(Verkleinen) te selecteren en druk
op ENTER.
Wanneer u op ENTER drukt, wordt
het kader groter of kleiner.
U kunt het formaat ook vergroten of
verkleinen met
(uitzoomen) op de printer.
Tip
Maak het aanpassingskader twee tot zeven
keer zo groot als het oog.
4
Druk op g/G om
en druk op ENTER.
Het gebied waarop de functie voor de
beperking van rode ogen wordt
toegepast, wordt vergroot.
5
Druk op ENTER.
De aanpassingen worden geactiveerd.
Het menu Rode ogen-correctie wordt
weergegeven.
Herhaal stap 3 tot en met 5 om andere
rode ogen aan te passen.
6
Druk op g/G om
en druk op ENTER.
Het menu Edit wordt opnieuw
weergegeven.
De aanpassingen ongedaan maken
Druk in stap 5 op CANCEL in plaats van
ENTER. Het aanpassen van rode ogen
wordt geannuleerd en het venster van stap
2 wordt weergegeven.
Tip
Als u het weergegeven beeld wilt afdrukken,
drukt u op PRINT (pagina 14).
14
NL
(Vergroten) of
(inzoomen) of
te selecteren
te selecteren
Een bewerkt beeld afdrukken
1
Druk op PRINT.
Het dialoogvenster voor het opgeven
van het aantal exemplaren wordt
weergegeven.
2
Druk op f/F om het aantal
exemplaren te verhogen of te
verlagen.
• Als u het aantal exemplaren met
één wilt verhogen, drukt u
herhaaldelijk op f.
• Wilt u het aantal exemplaren met
één verlagen, dan drukt u
herhaaldelijk kort op F.
• Als u het aantal exemplaren weer
op 1 wilt zetten, drukt u ten minste
twee seconden op F.
3
Druk op PRINT om het afdrukken
te starten.
Het voorbeeld wordt afgedrukt.
Een bewerkt beeld opslaan
Als u
(Save) selecteert in het menu
Edit of Creative Print, wordt het
dialoogvenster weergegeven waarin u
kunt aangeven waar u het beeld wilt
opslaan. U kunt het beeld opslaan met een
nieuw beeldnummer.
Tip
Het geselecteerde beeld wordt niet overschreven.
1
Selecteer de bestemming om een
beeld op te slaan.
Druk op f/F om "Memory Stick" of
"SD-kaart" te selecteren en druk op
ENTER.