8.2 Elektrische aansluitingen tussen boiler en ketel
4 4
1 1
3 3
39
De connectoren met bedrading van de componenten op de boiler liggen achter de zwarte
afdekkap boven de doorvoerplaat.
2 2
3 3
1 1
Sluit de connectoren aan zoals hieronder beschreven:
-
Boilervoeler Zon T6 + CV-Zonretoursensor T9
Zijn aangesloten op de 6-polige groene connector (1). Steek deze connector op de
2 2
clip-in module (onderkant) op de achterwand.
-
Modulerende driewegklep (CV-Zon)
Is aangesloten op de 3-polige witte connector (2). Steek deze connector op de clip-in
module (rechtsboven).
-
Collectorpomp
De kabel vanaf de collectorpomp is door de doorvoerplaat van de boiler gevoerd.
Steek de witte connector (3) in de connector in de plaat links van de clip-in module.
5 5
-
Warmwatersensor T3
Is aangesloten op de 2-polige paarse connector (4). Steek de connector op de posities
27 + 28 van het aansluitblok.
-
Collectorvoeler Zon T7 (PT1000)
Voer de draden door de kabeldoorvoer A aan de zijkant van de ketel. Sluit de draden
vanaf de collector aan op de aansluitblokposities 23 + 24 (5). Let daarbij ook op de
aanwijzingen van de leverancier van de collector.
De PT1000 collectorsensor T7 maakt samen met de 10KOhm boilersensor T6 deel
uit van de Delta-T regeling. De werking van de Delta-T regeling is beschreven in
paragraaf 11.6.1.
De collectorsensor mag verlengd worden met maximaal 50 meter 2-aderig snoer 0,75
mm2.
4 4