16. Swingfunctie
Voordat de swingfunctie wordt geactiveerd moet de airconditioner worden ingeschakeld.
Verticale swingfunctie
Druk op de SWING-toets van de verticale verstelling van de afstandsbediening. Het oranje lampje op
de airconditioner zal gaan branden. In deze stand zullen de luchtuitblaaslamellen automatisch op en
neer bewegen voor een gelijkmatige luchtstroom.
Stoppen van de swingfunctie
Druk opnieuw op de SWING-toets. Het oranje lampje op de airconditioner gaat uit. De luchtuitblaas-
lamellen komen terug in de stand die voor de swingfunctie stond ingesteld.
Bijzonderheden verticale swingfunctie
Het zwenkbereik hangt af van de ingestelde luchtstroomrichting.
Functie
Koelen, ontvochtigen
Verwarmen
Circuleren (1-4)
1
Circuleren (5-7)
1
1
Tussen haakjes staat de positie van de lamellen voor de swing functie begint.
Horizontale swingfunctie
Druk op de SWING-toets van de horizontale verstelling
van de afstandsbediening. Het oranje lampje op de air-
conditioner zal gaan branden. In deze stand zullen de
RECHTS/LINKS luchtuitblaaslamellen automatisch
zwenken om de luchtstroom naar links en rechts te richten.
Stoppen van de swingfunctie
Druk opnieuw op de SWING-toets. Het oranje lampje op de
airconditioner gaat uit. De luchtuitblaaslamellen komen
terug in de stand die voor de swingfunctie stond ingesteld.
Bijzonderheden horizontale swingfunctie
Het zwenkbereik hangt af van de ingestelde luchtstroomrichting.
Functie
Koelen, ontvochtigen
Verwarmen
Circuleren
• De swingfunctie kan tijdelijk stoppen als de ventilator niet in werking is of als deze op zeer
lage snelheid draait.
24
Zwenkbereik
1 - 4
3 - 7
1 - 4
3 - 7
Zwenkbereik
1 - 5 (hele bereik)
1 - 5 (hele bereik)
1 - 5 (hele bereik)