BIJLAGEN
om het systeem uit te schakelen zullen hierin niet slagen. Er zijn echter bepaalde handelingen die zonder een
gebruikercode kunnen worden uitgevoerd daar zij niet het veiligheidsniveau van het alarmsysteem in gevaar brengen.
Geen alarmzone: Uw monteur kan ook zones toewijzen die niet voor alarm bestemd zijn. Een bewegingsensor die in
een donkere trap is geïnstalleerd kan bijvoorbeeld automatisch het licht aandoen als iemand deze donkere trap
oploopt. Een ander voorbeeld is een miniatuur draadloze zender, gekoppeld aan een zone die het
openingsmechanisme van een hek bediend.
Geforceerde inschakeling: Als één van de systeem zones is geforceerd (open), kan het alarmsysteem niet worden
ingeschakeld. Een manier om dit probleem op te lossen is de oorzaak van de zonestoring te vinden en te verwijderen
(deuren en ramen sluiten). Een andere manier om dit op te lossen is een geforceerde inschakeling- – een
automatische deactivering van zones die nog steeds verstoord zijn totdat de uitloopvertraging is afgelopen.
Overbrugde zones zijn niet beveiligd tijdens de inschakelperiode. Zelfs als zij zijn hersteld naar normaal (gesloten),
blijven overbrugde zones onbeveiligd totdat systeem is uitgeschakeld.
Toestemming voor "geforceerd inschakelen" wordt door de monteur geweigerd als hij het systeem programmeert.
Herstel: Als een detector van de alarmstatus naar de gewone stand-by status overgaat is hij "hersteld".
Een bewegingsmelder herstelt automatisch nadat een beweging is gedetecteerd en is gelijk weer in staat om te
detecteren. Een magneetcontact herstelt alleen als de beveiligde deur of raam wordt gesloten.
Ik ben het.: Het PowerMaster systeem bevat een krachtige apparaat zoeker die u helpt het betreffende apparaat, dat
op het LCD getoond wordt als volgt te vinden:
Het werkt als volgt: Als het LCD display een open of verstoord apparaat aangeeft, gaat de led op het betreffende
apparaat knipperen om aan te geven "Ik ben het". Deze "ik ben het" indicatie verschijnt na een bepaalde vertraging
(max. 16 seconden) en zal aanhouden zo lang de LCD het apparaat weergeeft, met een time-out van 2 minuten.
Inschakelen: het alarmsysteem inschakelen is een actie waarbij een alarm afgaat als een zone wordt "gestoord" door
een beweging of bij het openen van een deur of raam. De centrale kan worden ingeschakeld in verschillende modi (zie
AFWEZIG, THUIS, VERSNELD en KINDZENDER).
Kindzender: De Kindzender modus is een speciale inschakelmodus waarin "kindzender gebruikers" een
"kindzenderbericht" genereren naar een telefoon als zij het systeem uitschakelen.
Als bijvoorbeeld ouders zeker willen zijn dat hun kind van school is teruggekomen en het systeem hebt uitgeschakeld.
Kindzender inschakeling is alleen mogelijk als het systeem in de AFWEZIG modus is ingeschakeld.
Magneetcontact: Een magnetisch aangestuurde schakelaar en een draadloze zender in een gedeelde behuizing. De
sensor wordt op deuren en vensters gemonteerd om veranderingen te detecteren (van gesloten naar open en
omgekeerd). Bij het waarnemen date en deur of venster open staat, zendt de sensor een "alarm" signaal naar het
systeem. Als het systeem niet is ingeschakeld zal deze het alarm systeem als "niet gereed voor inschakeling"
beschouwen totdat de deur of het venster beveiligd is en het systeem een "herstel" signaal van dezelfde detector krijgt.
Overbrugging: Het apparaat dat een alarm verstuurt, dat communiceert met het systeem (bijv. Overbrugging maakt
het mogelijk dat slechts een deel van het systeem wordt ingeschakeld, waardoor –terwijl het systeem is ingeschakeld –
vrije beweging van mensen mogelijk is in bepaalde zones.
Sensor: Het sensorelement: pyro-elektrische sensor, fotodiode, microfoon, optische rookmelder, etc.
Standaard instellingen: Instellingen die van toepassing zijn voor een bepaalde groep apparaten.
Status: AFWEZIG, THUIS, AFWEZIG-VERSNELD, THUIS-VERSNELD, KINDZENDER, GEFORCEERD,
OVERBRUGGEN.
Status: Netspanningsuitval, lage batterij, storing, enz.
THUIS: Deze alarmsituatie wordt gebruikt als de bewoners in het beveiligde pand zijn. Een klassiek voorbeeld is bijv.
als de familie zich voorbereid om te gaan slapen. Met de THUIS inschakeling zijn omtrekzones beveiligd maar de
interieur zones niet. Hierdoor worden bewegingen in de interieur zones door de centrale genegeerd, maar de
verstoring van een omtrekzone zal alarm slaan.
Toegewezen: Heeft betrekking op zones.
Uitschakelen: Het tegenovergestelde van inschakelen – een actie waarbij de centrale naar de normale stand-by status
wordt hersteld. In deze status doen alleen een brand en 24-uur zones een alarm afgaan als deze worden verstoord,
een "paniek alarm" kan ook afgaan.
D-305384 Gebruikershandleiding PowerMaster-10/30 G2
69