C. De temperatuur weergeven
7.
TEMPERATUUR TEST
8.
Z01 24.5C
Z01:Temp. Sensor
LOGEERKAMER
9.
EINDE APP. TEST
of
D. Om alle andere apparaten te testen
TEST ALLE APP.
10.
11.
NIET ACTIEF NNN
Z01 NIET ACTIEF
Z01 CONTACT
VOORDEUR
12.
13.
EINDE APP. TEST
GEREED 00:00
1
Display wordt getoond in uitgeschakelde staat en alle zones zijn beveiligd (00:00 of andere cijfers tonen huidige
tijd).
2
Indien u nog niet uw persoonlijke code hebt gewijzigd, gebruik de standaard instelling – 1111.
3
Als de INSTALLATEURSCODE wordt gebruikt voor het invoeren in de periodieke test in plaats van de
GEBRUIKERCODE, zullen de leds van de apparaten ook de communicatie signaal indicatie geven – zie
PowerMaster Installatiehandleiding.
4
Voor het overslaan van de SIRENE TEST en het selecteren van de andere apparaten TEST, druk op
5
Indien het scherm van de centrale "SIRENE P" aangeeft, betekent dat de sirene van de centrale momenteel
wordt getest.
6
De Periodieke test kan op maximaal twee draadloze sirenes worden uitgevoerd (waaronder één interne
sirene) en de sirenes van de ingeleerde rookmelders. Externe sirenes worden met een laag volume
geactiveerd.
7
Indien er geen temperatuur sensoren zijn ingeleerd, zal "ONBEKEND APP" worden weergegeven.
8
De getoonde temperatuur wordt weergegeven in graden Celsius of Fahrenheit, afhankelijk van de
programmering.
D-305384 Gebruikershandleiding PowerMaster-10/30 G2
Het scherm toont nu [TEMPERATUUR TEST].
Om de temperatuur van de zones op het scherm te tonen, druk op
Het systeem laat de gemeten temperatuur van elke temperatuur zien. Het
scherm schakelt tussen temperatuur, sensor nummer en sensor locatie.
Klik herhaaldelijk op de
temperatuur zone te bekijken.
Nadat alle temperatuur sensors zijn getoond, komt er [ EINDE APP. TEST] op
het scherm te staan. Druk op de
bevestigen en ga dan verder naar de volgende stap om de andere apparaten te
testen.
Het scherm toont nu [TEST ALLE APP.].
Voor het openen van de test procedure van de apparaten, druk op
Het scherm toont [NIET ACTIEF NNN]. NNN geeft het aantal in het systeem
ingeleerde apparaten die nog niet getest zijn. Dit aantal daalt automatisch één
cijfer nadat een apparaat is getest. Voor het starten van de apparaat test, druk op
.
e
Het scherm toont het 1
wisselt af met het apparaat nummer, het apparaat type (bijv. een
magneetcontact, keyfob, keypad, enz.) en de plaats van het apparaat.
De test wordt uitgevoerd door het activeren van elk apparaat, zoals in
onderstaande tabel bij punt 9 verklaard.
Klik op
voor het bladeren door de lijst van niet geteste apparaten.
Als alle apparaten geactiveerd zijn, toont het scherm [EINDE APP.TEST]
gevolgd door [GEREED 00:00].
Aanvullende informatie (Periodieke test)
HET SYSTEEM TESTEN
toets om de temperatuur van elke
of de
apparaat in de lijst van niet geteste apparaten. Het
7
.
8
toets om de test te
.
10
.
57