Informatie over de printermenu's
Faxloginstellingen
Optie
Transmissielog
Log afdrukken
Log niet afdrukken
Alleen afdrukken bij fouten
Foutlog ontvangen faxen
Nooit afdrukken
Afdrukken bij fouten
Automatisch logs afdrukken
Aan
Uit
Papierbron logs
Lade [x]
Universeellader
Weergave logs
Naam station op afstand
Gekozen nummer
Opdrachtlog inschakelen
Aan
Uit
Kieslog inschakelen
Aan
Uit
Uitvoerlade log
Standaardlade
Uitvoerlade [x]
Luidsprekerinstellingen
Optie
Luidsprekermodus
Altijd uit
Aan tot verbinding
Altijd aan
Luidsprekervolume
Hoog
Matig
Beltoonvolume
Uit
Aan
Tot
Instellen dat na elke faxtaak een transmissielogbestand wordt afgedrukt.
Opmerking: "Log afdrukken" is de standaardinstelling.
Instellen dat een foutenlogbestand wordt afgedrukt.
Opmerking: Niet afdrukken is de standaardinstelling.
Instellen dat logbestanden voor faxen automatisch worden afgedrukt.
Opmerkingen:
•
Aan is de standaardinstelling.
•
Na 200 faxtaken wordt telkens een log afgedrukt.
De papierbron opgeven voor het afdrukken van logbestanden.
Opmerking: Lade 1 is de standaardinstelling.
Opgeven of op afgedrukte logbestanden het gekozen nummer of de geretourneerde
stations- of faxnaam wordt weergegeven.
Opmerking: "Naam station op afstand" is de standaardinstelling.
Toegang tot het logbestand voor faxtaken inschakelen.
Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
Toegang tot het logbestand voor gekozen faxnummers inschakelen.
Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
Hiermee wordt de lade voor het afgedrukte faxlog opgegeven.
Opmerking: Standaardlade is de standaardinstelling.
Tot
De modus van de luidspreker opgeven.
Opmerking: Aan tot verbinding is de standaardinstelling. Er wordt een geluid afgespeeld tot de
faxverbinding is ingesteld.
Het luidsprekervolume instellen op hoog of laag.
Opmerking: "Hoog" is de standaardinstelling.
Het beltoonvolume in- of uitschakelen.
Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
211