Download Print deze pagina

B.E.G. LUXOMAT PD4-M-DALI/DSI-HVAC Montage- En Bedieningshandleiding

Advertenties

LUXOMAT
Montage- en bedieningshandleiding voor B.E.G. - aanwezigheidsmelders PD4-M-DALI/DSI-HVAC-IB
1. Product eigenschappen
Aanwezigheidsdetector voor daglicht afhankelijke licht
sturing
DALI/DSI interface voor sturing van dimbare DALI/DSI
ballasten
Extra NO potentiaal vrij kanaal voor het schakelen van
HVAC of verlichting.
Wisselen tussen DSI en DALI via de afstandsbediening of
een dipswitch
Uitbreiding van het detectiegebied via slave detectoren
mogelijk
Drempelwaarde, Nalooptijd – LICHT/HVAC en
Oriëntatieverlichting instelbar
Manueel schakelen en dimmen met een drukknop
mogelijk
Oriëntatieverlichting functie
2. Werking
De aanwezigheidsdetector stuurt de verlichting automatisch door
middel van aanwezige personen (beweging) en de aanwezige
helderheidswaarde.
De geïntegreerde lichtsensor meet constant de aanwezige
helderheidswaarde en vergelijkt dit met de ingestelde waarde
van de detector. Als het aanwezige licht voldoende is, zal de
verlichting niet aanspringen als er beweging wordt gedetecteerd.
Als het aanwezige licht minder is dan de ingestelde waarde, zal
de verlichting aanspringen bij beweging.
De detector schakelt het licht uit als er voldoende licht is gedu-
rende 5 minuten, ondanks dat de melder beweging ziet.
R2
40
3. Veiligheidsinstructies
30
50
60
15
60
120
5
A
Werkzaamheden aan elektrische installaties mogen
enkel door gekwalificeerde elektroinstallateurs of
geschoold personeel uitgevoerd worden en dit in over-
eenstemming met de elektrotechnische regels.
Netspanning uitschakelen alvorens te beginnen met
de montage!
Niet geschikt om de installatie spanningsvrij te
schakelen
Afdekkap monteren na het aansluiten van de draden
(IB versie)
4. Montage
In de master/slave bedrijfsmodus dient het master
!
toestel steeds gemonteerd te worden op die plaats
waar het minst daglicht aanwezig is.
De lichtsensor moet weg van het raam gericht
!
worden.
68 mm
Maak eerst een ronde opening met een diameter van 68 mm
in het plafond. Na aansluiting volgens de voorschriften van
de kabels, de melder volgens hierboven staande tekening in
de bestaande opening inbrengen. De melder zet zich door de
veerklemmen vast.
®
5. Positie DIP-Schakelaars, LEDs en
potentiometers IB
Lichtmeting
6. Zelftestcyclus / inwerkingstelling
Wanneer de spanning op de melder wordt aangesloten, onder-
gaat het toestel een zelftestcyclus van 60 seconden. Tijdens deze
cyclus reageert de detector niet op beweging. De aangesloten ver-
lichting blijft constant aan of uit gedurende de initialisatieperiode.
7. Inbedrijfsname / Instellingen
20%
R1
LUX
2000
1200
50 30
10
18 16
600
10
5
200
6
22
3
25
40
1
30
TE
R2
20%
R1
40
50 30
30
18 16
50
10
10
5
60
15
6
60
22
3
25
120
5
1
30
A
TE
R2
20%
40
50 30
30
10
50
5
60
15
60
120
5
A
R2
40
30
50
60
15
120
5
A
A
Dit toestel voldoet niet aan de norm DIN/ EN50131-2-2 en mag
!
dus niet gebruikt worden in een alarmsysteem.
net
PD4-M-DALI/DSI-HVAC
LEDs
I II
III
A
B
C
D
3
2
PD4-
Plafondinbouw
Gewenste helderheidswaarde voor constante
lichtregeling (Potentiometer A)
De gewenste helderheidswaarde kan tussen ca. 10
en 2000 Lux met de potentiometer ingesteld
worden. De gewenste helderheidswaarde kan over
de potentiometer ingesteld worden
Symbol :
nacht modus
Symbol
: dag modus (Licht analyse inactief)
Nalooptijd „Licht" (Potentiometer B)
LUX
2000
1200
De nalooptijd kan continu ingesteld worden van
600
200
1min. tot 30 min. Symbool
40
Symbol TEST: Testmodus
Iedere beweging schakelt het licht 1sec. AAN,
daarna gedurende 2 sec. UIT.
Oriënteringslicht (Potentiometer C)
R1
LUX
2000
1200
De gewenste oriënteringslicht kan tussen 5 en
18 16
600
10
200
6
60min. ingesteld worden. Manueel aan- en
22
3
25
40
1
uitschakelen van het oriënteringslicht.
30
TE
"ON" voor permanent oriënteringslicht.
"OFF" voor uitschakelen van het oriënteringslicht
Instelling nalooptijd voor sturing van toestellen
20%
R1
LUX
2000
1200
(Potentiometer D)
50 30
10
18 16
600
10
5
60
De tijd kan continu ingesteld worden tussen 5 en
6
200
22
3
25
40
120 min. Voor nalooptijden groter dan 15 min. is
1
30
TE
een inschakelvertraging actief, deze bedraagt 5
min. Als geen beweging wordt gedetecteerd, start
de inschakelvertraging opnieuw.
Impulsfunctie
De impulsfunctie kan gebruikt worden om een
extern HVAC toestel te bedienen. De pauze tussen
2 alarm impulsen duurt 9 seconden, een puls duurt
2,5 s.
Alarmimpuls
Gedurende een periode van 9 sec, moeten er
minstens 3 bewegingen gedetecteerd worden om
de alarmpuls te activeren. Deze functie kan
gebruikt worden om een aanwezigheid in een
ruimte weer te geven. De pauze tussen 2 alarm
impulsen duurt 9 seconden, een puls duurt 2,5 s.
DIP-Switch
DIP 1
Automatische
bedrijfsmodus
DIP 2
HVAC Functie
DIP 3
Bedrijfsmodus DALI
* Wanneer de dipswitch op „licht" staat, werkt het tweede
kanaal synchroon met het DALI lichtkanaal. De potentiometer
R2 heeft in deze mode geen functie.
Potentiometer A Gewenste helderheidswaarde (constante
lichtregeling) Kaanal 1
Potentiometer B Nalooptijd (Licht) Kaanal 1
Potentiometer C Nalooptijd (Oriënteringslicht)
Potentiometer D Nalooptijd (sturing van toestellen) Kaanal 2
LED I
groen
1
LED II rood
LED III wit
8. Schakelschema
Aansluitschema – respecteer de labelling van de klemmen
bij het aansluiten van de melder!
Standaardfunctie met Master/Slave
L
N
T2
M1
T1
L
N NO NO
R
HVAC HVAC
Master
9. Manueel schakelen en dimmen
Door het bedienen van de drukknop, zal er een spanning op de
S connector staan.
Duw kort op de knop om de lichten aan of uit te schakelen. De
aangesloten verlichting zal aan of uit blijven, zolang dat de
detector beweging ziet en de nallooptijd niet verstreken is.
Door lang te duwen op de drukknop wordt het licht manueel
gedimd. Na het loslaten van de knop, wordt de aanwezige
lichtwaarde aangehouden. Bij een volgende duw op de knop
wordt de dimrichting omgedraaid.
Door het bediening van een drukknop zal er een spanning op
de R connector staan en de HVAC kanaal kan door een korte
druk van de knop geschakeld worden.
10. Detectiezone
2,50 m
1
1
quer zum Melder gehen
Dwars naar de melder lopen
2
frontal zum Melder gehen
Frontaal naar demelder lopen
3
Unterkriechschutz
Zittende activiteit
Het slave toestel moet op dezelfde fase als de
!
master worden aangesloten.
NL
NL
Halfautomatische
bedrijfsmodus
Licht Functie*
Bedrijfsmodus DSI
L
N
E1
DALI/DSI
DA
DA
S
+
-
R
N
L
DA
Slave
3
2

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor B.E.G. LUXOMAT PD4-M-DALI/DSI-HVAC

  • Pagina 1 LUXOMAT ® PD4-M-DALI/DSI-HVAC Montage- en bedieningshandleiding voor B.E.G. - aanwezigheidsmelders PD4-M-DALI/DSI-HVAC-IB 1. Product eigenschappen 5. Positie DIP-Schakelaars, LEDs en DIP-Switch potentiometers IB • Aanwezigheidsdetector voor daglicht afhankelijke licht DIP 1 Automatische Halfautomatische sturing bedrijfsmodus bedrijfsmodus LEDs • DALI/DSI interface voor sturing van dimbare DALI/DSI I II DIP 2 HVAC Functie...
  • Pagina 2 11. Detectiegebied afdekken 14. Functie LEDs 16. Instellingen met afstandbediening in geopende toestand Functie LEDs Apparaat vrijgeven – Dubbel Actie Normaal programmeermodus vergrendeld activeren Intialisatietijd rood groen ongeprogrammeerd knippert knippert Wisselen tussen de bedrijfsmodi DSI en Intialisatietijd rood knip- groen knip- Reset in DSI/ DALI .
  • Pagina 3 17. Lichtregeling 21. 100 u functie De detector heeft twee geïntegreerde licht controle algoritmes. (lang duwen (>3s) bij vergrendelde melder) De ingestelde waarde voor het eerste algoritme wordt aange- past met de LUX potentiemeter op het toestel. Kleine lichtstralen T5 en T8 fluoriscentie lampen moeten eerst inbranden die direct in de lens van de melder terechtkomen, kunnen ervoor voordat ze beginnen te dimmen.

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Luxomat pd4-m-dali/dsi-hvac-ib