Bij de QuickSet-zaaggeleider wordt de ketting opgespannen via een tandstangsysteem in de zaaggeleider. Het na-
spannen van de ketting wordt op die manier nog eenvoudiger. Een traditionele kettingspanner is in deze uitvoering
niet meer aanwezig. De QuickSet-zaaggeleider is herkenbaar aan deze opdruk:
5
4
14
1
2
3
5
6
7
Alleen voor QuickSet-geleider
ATTENTIE:
Bij alle werkzaamheden aan zaaggeleider en zaagketting te
allen tijde de motor afzetten, de bougiestekker eraf trekken
(zie Bougie ver vangen) en beschermende handschoenen
dragen!
ATTENTIE:
De motorkettingzaag mag pas gestart worden na volledig
te zijn samengebouwd en controle!
Montage van de zaaggeleiding en zaagketting
Gebruik de bijgeleverde combisleutel voor de hierna ge -
noemde werkzaamheden.
Plaats de motorkettingzaag op een stabiele ondergrond en voer
de volgende stappen uit voor de montage van de zaagketting
en de zaaggeleider uit:
Ontkoppel de kettingrem door aan de beschermingshendel (1)
te trekken, in de richting van de pijl.
Bevestigingsmoeren (2) eraf draaien.
Verwijder de kettingwielbeschermer (3).
De zaaggeleider (4) opzetten en tegen het kettingwiel (5)
drukken.
De zaagketting (6) op kettingwiel (5) leggen.
LET OP!
De zaagketting niet tussen het kettingwiel en het blad
steken.
De zaagketting bovenaan ca. tot de helft in de geleidegroef (7)
van het zaagblad leggen.
ATTENTIE:
De snijkanten van de zaagketting moeten aan de geleiderbo-
venkant in de richting van de pijl wijzen!