De computer met een NFC-kaart koppelen
Zorg er voordat u begint voor dat de kaart in NDEF-indeling (NFC Data Exchange Format) is, anders kan de
kaart niet worden gedetecteerd. Daarna doet u het volgende:
1. Plaats de kaart dicht boven het NFC-label zoals afgebeeld. Breng de korte rand van de kaart op één lijn
met de horizontale extensielijn voor het midden van het NFC-label.
2. Verplaats de kaart langzaam maximaal 0,5 cm in de richting van het computerscherm. Houd de kaart
vervolgens gedurende enkele seconden vast totdat u de melding krijgt dat de kaart is gedetecteerd.
De computer met een smartphone met NFC-functie koppelen
Controleer voor u begint of het smartphonescherm naar boven is gericht. Daarna doet u het volgende:
1. Plaats de smartphone dicht boven het NFC-label zoals afgebeeld. Breng de korte rand van de
smartphone op één lijn met de horizontale extensielijn voor het midden van het NFC-label.
2. Verplaats de smartphone langzaam 5 cm in de richting van het computerscherm. Houd de smartphone
vervolgens gedurende enkele seconden vast totdat u de melding krijgt dat de smartphone is
gedetecteerd.
De vliegtuigstand gebruiken
Als de vliegtuigstand is ingeschakeld, zijn alle functies voor draadloze communicatie uitgeschakeld.
Doe het volgende om de vliegtuigstand in- of uit te schakelen:
1. Open het menu Start.
2. Klik op Instellingen ➙ Netwerk en internet ➙ Vliegtuigstand.
3. Verschuif de knop voor de Vliegtuigstand om deze in of uit te schakelen.
De audiovoorzieningen gebruiken
Uw computer is uitgerust met de volgende items:
• Audioaansluiting met een diameter van 3,5 mm
• Microfoons
• Luidsprekers
36
L480 en L580 Gebruikershandleiding